Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Wat zal ons scheiden van de 
liefde van God in Christus 
Jezus? Verdrukking of 
benauwdheid of 
vervolging of honger of 
naaktheid of gevaar of 
het zwaard?
         Romeinen 8:35

Paulus kwam in allerlei lastige
omstandigheden terecht. Hij
moest dit alles meemaken in 
zijn grote bediening als leraar
en apostel van de natiën.
Het ‘geheim’ van de apostel 
was dit diepe besef: het kon 
hem niet scheiden van Gods
liefde in Christus Jezus. Zo ook
jij, u en ik. God geve, dat we
dit meer en dieper ervaren.
Zodat de vrede van God onze
harten en gedachten regeert.

Wat zal ons scheiden van 
de liefde van God in Christus 
Jezus? Verdrukking of 
benauwdheid of 
vervolging of honger of 
naaktheid of gevaar of 
het zwaard?
         Romeinen 8:35

Opnieuw het lijden van nu, en
je las het in Romeinen 8:17-28.
Bemoedigende woorden, die 
ons een hart onder de riem
geven. Hier zet Paulus het in
het perspectief van de liefde 
van God. De vragende vorm is
in wezen antwoord gevend. 
Nee, niets kan ons scheiden, 
kan ruimte maken tussen ons
en de liefde van God. Wat je 
overkomt is geen straf van God.
Wij zijn in Christus Jezus en de
liefde van God is dat ook. Daar
komt het samen, je bent altijd
in Vaders liefdevolle hand.

Wie is de Veroordelende? 
Christus Jezus, de Gestorvene, 
de echter veeleer Opgewekte, 
Die ook aan de rechterhand van 
God is, die ook pleit voor ons?
           Romeinen 8:34

In plaats van het neerwaartse: 
veroordelende lees je hier een
opgaande reeks. Gestorven, 
opgewekt, Gods rechterhand.
Dat is de weg die Christus Jezus
ging en in de hoge positie komt
Hij voor ons op bij de Vader. 
Nu wij gerechtvaardigden zijn,
en dat om niet, in Zijn genade,
in Zijn bloed, kan Hij niet anders
dan voor ons pleiten. Wat een 
liefde, wat een heerlijkheid. 

Wie is de Veroordelende? 
Christus Jezus, de Gestorvene, 
de echter veeleer Opgewekte, 
Die ook aan de rechterhand van 
God is, die ook pleit voor ons?
           Romeinen 8:34

In vers 33 klinkt: geen aanklacht 
mogelijk tegen hen die door God
uitgekozen zijn. Volgende vraag
is dan: Wie kan (ze) veroordelen?
Retorische vragen, waarop het 
antwoord duidelijk is. Niemand
in Gods schepping kán uitgekozen
gelovigen veroordelen. Startte 
Romeinen 8(:1) met die heerlijke
vaststelling, dan is het 33 verzen 
later nóg scherper vastgesteld.
Christus Jezus is Degene Die voor
ons zelfs opkomt (pleit) bij Vader.
Dat staat haaks op veroordelen.
We merken dat Paulus, door God
geleid, neer een hoogtepunt toe
schrijft. Geniet van dit uitzicht. 

Wie zal uitgekozenen van
God aanklagen? 
God, de Rechtvaardiger?
           Romeinen 8:33

De vragen die Paulus opwerpt,
waren wellicht door (orthodox) 
Joodse tegenstanders gesteld.
Niemand kan de gelovigen in 
staat van beschuldiging stellen.
De eerste zou God Zelf kunnen
zijn; maar dat is onmogelijk, 
want Paulus heeft vastgesteld
dat HIJ rechtvaardigt (8:29,30).
Het vragende antwoord heeft
alles in zich:
GOD, de Rechtvaardiger?
Nee, natuurlijk niet. Het feit, 
dat God de Rechtvaardigende 
is, verwerpt iedere aanklacht 
onmiddellijk. Laten we rusten
in die heerlijke zekerheid.