Tot jullie nu zeg ik, tot de natiën:
voor zover ík dan inderdaad de
afgevaardigde van de natiën
ben, verheerlijk ik mijn dienst
Romeinen 11:13
Paulus acht het de heerlijkheid
van zijn dienst, dat hij als de
afgevaardigde (apostel) van de
natiën is ingezet. Daarnaast had
hij ook een bediening voor Israël.
Rechtstreeks naar de natiën gaan
leverde venijnige vervolging op.
De apostel stelde er een eer in,
hetzij thuis, hetzij in de vreemde
Hem (Christus Jezus) welgevallig
te zijn. Én verheerlijkte zijn ene
unieke bediening waarin hij niet
zichzelf, maar Christus Jezus als
Heer verkondigde (2 Cor.4:5).
Verguisd door zijn eigen volksge-
noten; later bij medegelovigen
minder in tel. Toch verheerlijkt
hij zijn bediening, in dank en de
genade van God.