Laten hun ogen duister gemaakt
zijn om niet te zien, en buig hun
rug voortdurend samen
Romeinen 11:10
Het citaat uit Psalm 69:24; Israël
was meer bezig met de tradities.
Zij kromden hun rug in ijver en
waren door hun bezig zijn blind
voor het werk van God. Zij keken
omlaag, de eigen bezigheden in
het zoeken naar rechtvaardigheid
leidden af van God Zelf. Paulus
zag dat (Romeinen 9:1-3; 10:1-3),
ging in gebed, kreeg antwoord. De
gelovige rest is daar; niet als teken
van eeuwige verlorenheid van de
meerderheid van Israël en de
mensheid. Nee, dat is getuigenis
van het feit, dat God Redder van
alle mensen is. Als Hij die rest
redt, is Hij ook bij machte al die
anderen ook in genade terecht
te brengen.