Wat dan? Waar Israël naar
zoekt, dat ontmoette het niet,
de uitkiezing echter, ontmoette
het. De overigen nu, werden
vereelt
Romeinen 11:7
Het woord ontmoeten is hier
letterlijk: opwaarts-toevallen.
Om hier verkrijgen te zeggen
zoals de statenvertaling doet,
is wat tegengesteld aan de
genade van vers 6. God doet
redding aan de gelovige rest
toevallen, zodat zij dat als het
ware ontmoeten. Israël als volk
zocht via rechtvaardige daden
voor God welgevallig te zijn.
Maar alleen de groep die God
uitkoos, ontmoette de redding
die Hij gaf in geloof, in genade.
De overigen vereelten; bleken
ongevoelig voor het woord dat
tot hun redding klonk.