Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Wie is de Veroordelende? 
Christus Jezus, de Gestorvene, 
de echter veeleer Opgewekte, 
Die ook aan de rechterhand van 
God is, die ook pleit voor ons?
           Romeinen 8:34

In vers 33 klinkt: geen aanklacht 
mogelijk tegen hen die door God
uitgekozen zijn. Volgende vraag
is dan: Wie kan (ze) veroordelen?
Retorische vragen, waarop het 
antwoord duidelijk is. Niemand
in Gods schepping kán uitgekozen
gelovigen veroordelen. Startte 
Romeinen 8(:1) met die heerlijke
vaststelling, dan is het 33 verzen 
later nóg scherper vastgesteld.
Christus Jezus is Degene Die voor
ons zelfs opkomt (pleit) bij Vader.
Dat staat haaks op veroordelen.
We merken dat Paulus, door God
geleid, neer een hoogtepunt toe
schrijft. Geniet van dit uitzicht. 

Wie zal uitgekozenen van
God aanklagen? 
God, de Rechtvaardiger?
           Romeinen 8:33

De vragen die Paulus opwerpt,
waren wellicht door (orthodox) 
Joodse tegenstanders gesteld.
Niemand kan de gelovigen in 
staat van beschuldiging stellen.
De eerste zou God Zelf kunnen
zijn; maar dat is onmogelijk, 
want Paulus heeft vastgesteld
dat HIJ rechtvaardigt (8:29,30).
Het vragende antwoord heeft
alles in zich:
GOD, de Rechtvaardiger?
Nee, natuurlijk niet. Het feit, 
dat God de Rechtvaardigende 
is, verwerpt iedere aanklacht 
onmiddellijk. Laten we rusten
in die heerlijke zekerheid. 

Zeker, Hij Die Zijn eigen Zoon 
niet ontzien maar Hem voor 
ons allen overgegeven heeft, 
hoe zal Hij ons zeker niet ook 
tezamen met Hem alles in 
genade schenken?
          Romeinen 8:32

God heeft Zijn eigen geliefde 
Zoon niet ontzien. Nu Hij Hem 
voor ons allen gaf, zal Hij ons 
ook samen met Hem alles in 
genade schenken. Laat dat op 
u inwerken. God geeft ons met
Hem alles in genade. 
Híj kende, bestemde je tot het
zoonschap. In studie Efeze (7) 
hoor je ervan. Hij roept je in 
Zijn liefde. Je antwoordde en 
weet gerechtvaardigd te zijn, 
om niet. Nu dit alles zeker is,
is de verheerlijking dat ook. 
De toekomst is in Vaders hand. 

Zeker, Hij Die Zijn eigen Zoon 
niet ontzien maar Hem voor 
ons allen overgegeven heeft, 
hoe zal Hij ons zeker niet ook 
tezamen met Hem alles in 
genade schenken?
          Romeinen 8:32

De grote liefde van God voor
alle gemeenteleden staat hier
op de voorgrond. God heeft 
Zijn eigen geliefde Zoon niet
ontzien. God gaf Hem over in 
handen van zondaren en Hij 
werd bij rovers, misdadigers, 
gerekend. Hij stierf de dood
van het kruis. Romeinen 6:6
spreekt de consequentie uit:
de oude mensheid is samen 
met Hem gekruisigd. U, jij en
ik horen daarbij. Het kostbare
van Zijn dood en opstanding 
is: wij zijn daardoor gered.  
In deze liefde weten wij, dat 
we rijk begenadigd zijn. 
Vader, dank U wel.  

Wat zullen wij dan uitspreken 
tot deze dingen? Indien God 
voor ons is, wie is tegen ons?
    Romeinen 8:31

Allerlei machten en krachten 
werken tegen God in. Ook wij 
kunnen dat ervaren. De wegen
die God met Zijn zonen gaat, 
kunnen pijnlijk zijn. Iemand als
Job werd hevig aangevallen;
toch bleef hij leven, omdat God 
dat wilde. En de tegenstander
kon hem alleen ziek maken.
Het lijden kan in je leven hevig 
zijn; je kunt het idee hebben,
dat van alles tegenzit. Toch is
de heerlijke zekerheid voor al
de gelovigen: God is voor ons.