O mens! Voorzeker, wie ben jíj
die tegenantwoord geeft aan
God? Het geknede zal toch niet
uitspreken tegen de Vormer:
“Waarom maak jij mij zo?”
Romeinen 9:20
Dit zet de vragensteller, maar
ook ons als luisteraars op de
juiste plek. Wie ben jij, o mens?
Je hebt het wel tegen God, de
Plaatser, Die liefde is.
Wanneer Hij de schepselen hun
gang laat gaan, en ze gaan tegen
Zijn (geopenbaarde) wil in, dan
is dat Zijn voornemen. En dat Hij
daardoor Zijn bedoeling bereikt,
dan is dat Zijn liefde. In de eerste
plaats gaat het om Zijn eer, Zijn
heerlijkheid. Dit alles heeft niets
met fatalisme of iets dergelijks
te maken; Vader bereikt wat Hij
ermee wil bereiken.