Want Mozes schrijft over de
rechtvaardigheid die uit wet is,
dat de mens die deze dingen
doet, daarin zal leven
Romeinen 10:5
Paulus citeert Leviticus 18:5;
Deuteronomium 30:6,16,20
getuigen dat ook. Jahweh hun
Elohim ís het leven. Het ging
om het doen van Thora, maar
geloof werd aangegeven in het
treffende Deut.30:1-14. Er is
beloofd dat Hij, hun God, hun
hart zal besnijden waardoor
ze geloven en gehoorzamen
onder het nieuwe verbond.
Vanaf de wetgeving kon niet
één mens, besneden of niet,
de Thora helemaal doen.
Het vlees is niet bij machte
de wet te volbrengen.
Die Ene, Christus Jezus, kon
dat wel. En die leeft dan ook
nu voor de Vader.