Woord vandaag

Want het “Jij zal geen echtbreuk
plegen; jij zal niet vermoorden; 
jij zal niet stelen; jij zal niet vals
getuigen; jij zal niet begeren”, 
en indien er enig ander gebod
is, het wordt samengevat in dit 
woord, in het “Jij zal jouw 
naaste liefhebben als jezelf.”

     Romeinen 13:9

Als je wel aan het: jij zal geen
echtbreuk plegen, jij zal niet
vermoorden, jij zal niet stelen,
jij zal niet vals getuigen
voldoet;
wat dan? Paulus schreef in het
zevende hoofdstuk, dat ‘jij zult
niet begeren’ in hem juist aller-
lei begeerte deed ontwaken.
Of hij was zich er ineens meer
van bewust. Daartegen strijden
had geen zin; het maakte hem
tot ‘ik ellendig mens’. Het punt
is dat je nooit aan alle woorden
van de dekaloog kan voldoen.
Het leven van de Opgewekte,
de Opgestane Christus in je kán
per definitie nooit onder gebod
van Mozes gebracht. Vandaar
de onzinnigheid om uit jezelf
als gelovige te proberen eraan
te voldoen. Zo wil je eer naar
jezelf toeschuiven. Eer is er
echter alleen voor Christus en
voor Zijn God en Vader.

Woord vandaag

Want het “Jij zal geen echtbreuk
plegen; jij zal niet vermoorden; 
jij zal niet stelen; jij zal niet vals
getuigen; jij zal niet begeren”, 
en indien er enig ander gebod
is, het wordt samengevat in dit 
woord, in het “Jij zal jouw 
naaste liefhebben als jezelf.”

     Romeinen 13:9

Hier vat Paulus de tien woorden
samen. Ga er maar aan staan. In
je eigen kracht ga je hier nooit
aan voldoen. Maar nu de geest
van God in je woont is het anders.
Nu kun je, door de kracht van die
geest, wel je naaste liefhebben.
En wel: als jezelf. We zijn in alles
van Vader afhankelijk. Door de
liefde van God in staat de ander
geen kwaad aan te doen. Maar
juist het goede voor hebben met
alle mensen. De egoïst in je maakt
plaats voor het leven van Christus.
Hij zal Zijn leven door jou heen
uitleven.

Woord vandaag

Weest niemand iets schuldig 
dan elkaar lief te hebben, want 
wie de andersoortige liefheeft, 
heeft de wet vervuld

         Romeinen 13:8

Wat de gelovige te allen tijde
de ander verschuldigd is, is het
liefhebben. Gods liefde heeft
ons hart vervuld (Romeinen 5:5)
door Zijn geest. Daarom kun je
de andersoortige (ongelovige,
vijand) óók liefhebben. Andere
gelovigen liefhebben is in wezen
vanzelfsprekend. In Thora staat:
de Israëliet zou de vreemdeling
die in het land kwam, opnemen
en geven wat nodig is. Zo zou de
gelovige de andersoortige Gods
liefde betonen, ruimte geven.
In Gods liefde ging de Zoon de
weg die Vader wilde, zondaren
en vijanden konden daardoor in
Gods armen komen.

Woord vandaag

Geeft aan allen het 
verschuldigde af: aan wie
belasting toekomt, belasting, 
aan wie accijns, accijns, 
aan wie vrees, vrees, aan 
wie eer, eer.
         
Romeinen 13:7

Paulus werkt hier belastingen
wat verder uit. Het is voor heel
wat mensen moeilijk, maar het
is nodig. Ook hierin klinkt het
onderschikken door. Belasting,
accijns, letterlijk: voltooiing, als
indicatie dat het volk onder de
regering gebracht is. Slotstuk
daarvan is: heffen van accijns,
btw en dergelijke. Uit vrees dit
doen (dienares van God draagt
het zwaard immers), ja. Maar
vanuit onderschikking gezien is
de eer aan de door God daar
gestelde overheden. Wij als de
leden van het lichaam van de
Christus zullen verheerlijkt zijn
als de bazuin geklonken heeft.