Woord vandaag

Jeruzalem, Jeruzalem, u die de
profeten doodt en stenigt die
naar haar gezonden zijn, hoe
vaak heb Ik jullie kinderen bijeen
willen brengen, op de manier
waarop een hen haar kuikens
bijeenbrengt onder de vleugels,
maar jullie willen niet!
Zie, jullie
huis wordt aan jullie overgelaten.
Maar Ik zeg jullie, dat jullie Mij
niet zullen zien, tot gekomen zal
zijn wanneer jullie zullen zeggen:
Gezegend is Hij Die komt in de
Naam van de Heer!
   
Lucas 13:34,35

De Heer sprak enige dagen voor
Hij daadwerkelijk de laatste keer
Jeruzalem zou binnengaan, deze
woorden uit. Hij geeft profetisch
aan, vanuit Psalm 118:26, dat Hij
enige tijd zal weggaan en terug
zal keren in triomf. De discipelen
en anderen begrepen dit niet.  
Vandaag is het 9 Nisan, de Heer
is inmiddels nabij Jeruzalem.
Daar zouden op de 10e Nisan de
lammetjes in huis komen, zoals
in Exodus 12:1-3 staat.
Dan moest alle chamets, desem,
uit de huizen verwijderd zijn. En
voordat Hij door Jericho trok,
waar Hij vier blinden genas en
bij Zacheüs in huis wilde zijn,
gaf Hij de 3e keer Zijn lijden aan
(Lucas 18:31-34). Hij, dé Zoon
van Adam (Zoon des mensen)
zou dan bespot, gehoond, zelfs
gegeseld worden. De discipelen
begrepen dat niet. Later, toen
de profetie helemaal vervuld
was, verstonden zij wel wat Hij
gezegd had. Zo zal ieder mens
eens verstaan, voluit begrijpen
wat in het leven gebeurde en
waarom dat zo was.

Woord vandaag

Komende dagen onderbreken we
bespreking van 1 Timotheüs.
Het gaat in de christelijk kalender
naar Pasen. We volgen echter de
door God aan Israël gegeven

kalender en dan is het vandaag
8 Nisan, twee dagen voordat het
lam in huis wordt genomen.

Het geschiedde, toen de dagen
van Zijn opneming vervuld
werden, dat Hij Zijn aangezicht
naar Jeruzalem keerde om
daarheen te reizen.
En Hij stuurde boden voor Zijn
aangezicht uit. Op hun reis
kwamen zij in een dorp van
de Samaritanen om voor Hem
voorbereidingen te treffen.

Maar zij ontvingen Hem niet,
omdat Hij op reis was naar
Jeruzalem, waarheen Zijn
aangezicht gericht was
         
Lucas 9:51-53

De Heer zette Zijn aangezicht
naar Jeruzalem. Daar zou Hij
lijden en sterven; Hij kondigde
dat tot vier keer toe tevoren
aan. Hij bevond Zich in Galilea
en reisde via Samaria, alwaar
zij Hem niet ontvingen omdat
Hij op weg was naar Judea en
Jeruzalem. Onderling was daar
verwijdering tussen Joden en
Samaritanen. Deze afwijzing
was ook onderdeel van lijden:
‘Hij kwam tot het Zijne, maar
de Zijnen hebben Hem niet
aangenomen’.
Het was Zijn laatste reis door
het beloofde land, en wat zal
door Hem heen zijn gegaan?
Hij deed het werk dat Vader
Hem te doen gaf; Hij sprak de
woorden die Vader te spreken
gaf. Door veel typen was Hij
aangekondigd in Thora en de
profeten. Hij ging, in ootmoed
en in de gestalte van slaaf
Zijn weg.

Woord vandaag

Dit wetend, dat de wet 
niet gesteld is voor de 
rechtvaardigen, maar 
voor wettelozen en 
niet-onderschikkenden, 
voor oneerbiedigen en 
zondaars, genadelozen en 
onheiligen, 
vadermishandelaars 
en moedermishandelaars, 
mannenmoordenaars,
hoereerders, voor hen die 
bij mannen liggen, 
kidnappers, leugenaars, 
meinedigen en ingeval dat 
iets anders de gezonde 
onderwijzing tegenstreeft.
   1 Timotheüs 1:9,10

De gezonde onderwijzing staat
in schril contrast tot het ver van
God afwijkende gedrag. In de 
verzen 9,10 lezen we met schrik
de gevolgen van de duisternis
in het menselijke hart. Mensen
die verstrikt zijn geraakt in en
verslaafd zijn aan de begeerten 
van het vlees. 
Wat een gebondenheid! Echte
vrijheid is in Christus
 en maakt
de handen vrij om dagelijks het
op je weg gelegde werk te doen 
als liefdevolle dienst aan God. 
Maar ook om elkaar te dienen 
door de liefde
 (Galaten 5:13).
Het aan Paulus geschonkene, 
de boodschap van verzoening, 
genade: hét gezonde onderwijs 
vanaf Paulus’ roeping tot aan de
bazuin van God. 
De voleinding of het doel-einde
van die boodschap, of opdracht
is liefde (1 Tim.1:5). Laten we
dat uitleven, tot eer van God. 

Woord vandaag

Dit wetend, dat de wet 
niet gesteld is voor de 
rechtvaardigen, maar 
voor wettelozen en 
niet-onderschikkenden, 
voor oneerbiedigen en 
zondaars, genadelozen en 
onheiligen, 
vadermishandelaars 
en moedermishandelaars, 
mannenmoordenaars,
hoereerders, voor hen die
bij mannen liggen, 
kidnappers, leugenaars, 
meinedigen en ingeval dat 
iets anders de gezonde 
onderwijzing tegenstreeft.
   1 Timotheüs 1:9,10

De onderwijzing (wet) laat zien
wat van God, de norm, afwijkt.
Al wat wetteloos is, houdt geen
rekening met normen (en dus
waarden). De rechtvaardigen,
de gelovigen, staan in rechte
verhouding tot God. De wet, of
onderwijzing, wijst aan wat het
doel is: tot eer van God leven.
Waar de mens niet in de juiste
verhouding tot God staat, niet
wil onderschikken, mist die dat
doel. Dat levert gedrag op,
waardoor de verduistering van
het onverstandige hart blijkt.
Dat gedrag wordt oneerbiedig,
zondig, genadeloos, onheilig.
Paulus vult dat vervolgens zeer
concreet in, wat hij in zijn dagen
zag en wat ook wij nog steeds
om ons heen zien.
Des te dankbaarder mogen wij
zijn, dat God Redder is, en ons
verloste van zulk gedrag, en/of
bewaart voor zo’n zondig pad.
Vader, dank U wel.  

Woord vandaag

Wij weten nu dat de wet 
uitstekend is, ingeval 
iemand haar wettig gebruikt

     1 Timotheüs 1:8

De Thora, of onderwijzing, is
Gods woord. Die is geestelijk.
Een wettig gebruik van de wet
is: aangeven voor wie deze is
bedoeld. Ja, in het licht van de
Thora blijkt: de mens mist het
doel ervan gigantisch. Om de
mens te doen beseffen: ik ben
doelmisser, is oppervlakkig
lezen van Gods woord meer
dan voldoende. In deze tijd
van genade zou dan ook de
boodschap van genade en de
redding door Christus Jezus
klinken. Het is nu genadetijd
en dan kun je de wet niet op
de mens leggen. Waar Thora
wél van spreekt, is van Hem
Die komen zou, en zal, om te
verlossen. Genade regeert,
wij zijn niet onder wet; de
zonde heerst niet over ons.
Wij zijn onder Gods genade
(Romeinen 5:20, 21; 6:14).