Woord vandaag

Wij echter dragen jullie op, 
broeders, in de naam van 
onze Heer Jezus Christus, om 
jullie afzijdig op te stellen 
jegens iedere broeder die 
ongeregeld wandelt en niet 
in overeenstemming met 
de overlevering die zij van 
ons aangenomen hebben.
   2 Thessalonicenzen 3:6

De Thessalonicenzen dachten
dat de dag van Jahweh al aan-
gebroken was en dat de terug-
keer van Jezus Christus dichtbij
was. Daar waren broeders die
om die reden niet meer zelf in 
hun eigen inkomen voorzagen.
In 1 Thessalonicenzen 4:11,12
had Paulus gezegd, rustig te 
blijven, met eigen handen te
werken om in het levensonder-
houd te voorzien zoals Paulus 
dat ook deed. Zij sloegen die 
dringende raadgeving van de
apostel in de wind. Daarom in
de tweede brief opnieuw. De 
gelovigen wordt gezegd wat af-
stand te houden van. Laten we 
uitzien naar Zijn aanwezigheid 
in de lucht!

Woord vandaag

Moge de Heer ecnu jullie harten 
wenden nbtot de liefde van God 
en nb de volharding van Christus.
   2 Thessalonicenzen 3:5

Het gaat altijd om het hart. Dát 
is het centrum van ons bestaan,
ons wezen. Daaruit zijn de oor-
sprongen van het leven, zegt de
Spreukenschrijver. Paulus wijst 
ons op de liefde van God en de
volharding van Christus. Die zijn
samen één. God en Christus zijn
één (Johannes 10:30). Christus 
spreekt wat Hij van de Vader 
hoort en doet wat de Vader in
liefde aan Hem opdraagt. Door 
de kracht van de liefde van God
kon Christus volharden, onder
de gegeven situatie doorgaan.

Woord vandaag

Wij nu zijn overtuigd in de Heer 
over jullie, dat wat wij jullie 
opdragen, jullie ook doen en 
zullen doen
      2 Thessalonicenzen 3:4

Wat de apostel in zijn brieven aan
gelovigen opdraagt, is altijd in de
genade van God. Tot voortgang
van het goede nieuws van de
gelukkige God. Paulus schreef aan
zijn medewerker Timotheüs:

opdat jij sommigen opdraagt niet 
anders te leren…zij willen leraren 
van de wet zijn, niet bevattend, 
noch wat zij zeggen, noch waar 
zij op staan
            1 Timotheüs 1:3b,7

Zo moest Timotheüs aan leraren
in zijn dagen iets opdragen, omdat
de genade aan de kant geschoven
werd. De Thessalonicenzen werd 
gezegd te blijven bij wat Paulus als
troost aan hen onderwezen had.

Woord vandaag

betrouwbaar echter is de Heer, 
Die jullie zal bevestigen en 
bewaken voor de boze

     2 Thessalonicenzen 3:3

De boze en onbehoorlijke mede
gelovigen; ze moeten daar zijn.
In een groot huis zijn instrumen-
ten tot eer – en sommigen tot  
alledaags gebruik gesteld. Hij, de
Heer, is betrouwbaar. We zien op
naar Hem, Die ons zó liefheeft. 
Hij zal bevestigen, vast maken én
bewaren (bewaken) van de boze. 
Die is immers al 2000 jaar bezig
gelovigen te misleiden en dwaling 
stelselmatig te verspreiden. Onder
gelovigen bevinden zich óók mede-
werkers die de waarheid in liefde 
vasthouden en uitdragen. Ook dat
kan alleen door genade van God 
zo zijn; daar leven wij allen in.  

Woord vandaag

en opdat wij geborgen worden 
voor de onbehoorlijke en boze 
mensen want het geloof is niet 
van allen
  2 Thessalonicenzen 3:2

Je kunt hier geloof ook lezen als
trouw. Dan gaat het om de cirkel 
van gelovigen, of breder: heel de
christenheid. Als eerste kun je op-
merken, dat God in deze tijd aan
de uitgekozenen geloof geeft. Dat
is volledig uit God. Als tweede zit
in trouw de gedachte, dat binnen
christendom sommigen ontrouw 
zijn. Zij verlieten hun door God 
gegeven plaats. Zij zijn kennelijk
misleid door de boze en binnen
de christenheid richten zij veel
(geestelijke) schade aan. 
Paulus wees de oudsten uit Efeze 
al op boze mensen, die als wolven 
tussen de schapen zijn.
Vandaar dit gebed van de apostel,
dat wij ook in gebed en voorbede 
meenemen. Vader bewaart!