Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Verheugt je altijd
1 Thessalonicenzen 5:16

Het verheugen is basis betekenis
van genade. Hoe kan het, dat de
apostel dit zegt? Dagelijks heb je
situaties waarmee je niet blij bent.
Het is maar hoe je kijkt. Als de blik
van je hart omhoog -naar God en
Zijn Zoon- gericht is, kun je je altijd
verblijden. Want wat nu tegen zit,
wat je bedroeft, zal God omzetten
in heerlijkheid, licht, vreugde. Dit
is het geheim voor de gelovige. In
God + Zijn Zoon ligt onze vreugde.
Gods genade maakt ons innerlijk
blij. Die genade geven we door.

Ziet toe, dat niemand kwaad in
plaats van kwaad terugbetaalt
aan iemand, maar jaagt altijd 
het goede na, zowel voor elkaar, 
als voor allen.
 1 Thessalonicenzen 5:15

Ook dit is een aanwijzing uit de
liefde van God, die Paulus noemt.
In harmonie met 1 Corinthiërs 13,
dat zegt: Gods liefde rekent het
kwade niet aan. Verwijdering en
vijandschap met liefde tegemoet
treden. In Romeinen12 lees je:
heeft je vijand honger? Geef hem/
haar de bete (te eten), dorst? Geef
te drinken. Het goede najagen is
wat tot opbouw van de ander is.
Goed is: wat het belang van Chris-
tus Jezus dient. Zo naar iedereen
(elkaar, allen) bezig zijn. De liefde
van God gaat naar ieder uit.

In Kolossenzen 3 spreekt Paulus
over de gevolgen van de feiten
van het evangelie. Wat zouden we
afleggen? Daarop komt duidelijk
antwoord uit de Schrift.
Naluisteren: deel A en deel B

weest geduldig met allen.
1 Thessalonicenzen 5:14c

Dit is wellicht nog lastiger dan 
de vorige opmerkingen. Althans,
voor de natuurlijke (vleselijke)
mens. Vrucht van de geest is
liefde en dus: geduld hebben,
met allen. Bij gelovigen is het
soms bedroevend te zien hoe
ongeduldig ze blijken te zijn. In
de verwachting van Zijn komst
is dat bijvoorbeeld merkbaar.
God draagt in genade met veel 
geduld de instrumenten van de
verontwaardiging. Die zijn daar
om te Zijner tijd in de gerichten
Zijn verontwaardiging te onder-
gaan. Het is echter voor ons nog
lastiger -zo blijkt- geduldig te zijn
met al de medegelovigen. 
De Psalmist was voorbeeld voor
het vleselijke volk Israël:
Zwijg voor Jahweh en wacht op
Hem – Psalm 37:7a

wij spreken jullie echter aan, 
broeders: 
plaatst de denkzin van de 
ongeregelden, 
troost de kleine zielen, 
komt op voor de zwakken, 
weest geduldig met allen.
 1 Thessalonicenzen 5:14

Opnieuw lees je hier letterlijk:
denkzin-plaatsen. Het denken 
van hen die lijken af te wijken 
in de juiste richting zetten. Het
(wettische) vermanende vinger-
tje ontbreekt bij Paulus. Liefde
doordringt zijn adviezen. Ver-
der zijn de kleine zielen, zij die
extra aandacht nodig hebben, 
extra bemoediging. De liefde 
van God gaat naar hen uit, die 
niet zo veel moed hebben. Zij
zijn hun beperking vaak pijnlijk 
goed bewust. Dat geldt net zo 
voor de lichamelijk en/of gees-
telijk zwakken.