Woord vandaag

de liefde zij ongeveinsd: het 
boze verafschuwend, hechtend 
aan het goede

   Romeinen 12:9

Dit is geen advies van Paulus
in het luchtledige. Liefde is de
kern, het wezen van het goede
nieuws. God nu, bewijst Zijn
liefde voor ons, dat Christus voor
ons stierf toen wij nog zondaren
waren
(Romeinen 5:8).
Als we ons dat goed bewust zijn,
is de overtuiging, dat niets ons
kan scheiden van de liefde van
God in Christus Jezus, onze Heer
(Romeinen 8:39), bepalend voor
onze wandel, ons gedrag.
Gods liefde door onze handel en
wandel merkbaar; iets dat uit
het hart, het binnenste komt.
Dan is het echt, ongehuicheld.

Woord vandaag

die barmhartig is, in blijdschap,
de liefde zij ongeveinsd: het 
boze verafschuwend, hechtend 
aan het goede

   Romeinen 12:8c, 9

De barmhartige geeft niet alleen
tijd aan de medeleden, maar is
ook een bijdrager in materieel
opzicht. God heeft de blijmoedige
gever lief, zegt Paulus elders. Het
is nooit iets dat gedwongen kan
zijn. De Filippenzen gaven zonder
dwang, uit eigen beweging.
Daarom kun je vraagtekens zetten
bij een wekelijkse collecte in de
vele zondagse diensten die er zijn.
Afgezien nog van de vraag of je
per se op zondag bijeenkomsten
moet houden.
Ongehuichelde liefde zou onder
gelovigen functioneren. Ook dat
kán alleen van binnenuit komen,
nadat God Zijn liefde in ons hart
uitgoot (Romeinen 5:5).

Woord vandaag

hetzij die aanspreekt, in het 
aanspreken, die meedeelt, in 
edelmoedigheid, die voorstaat, 
in ijver, die barmhartig is, 
in vrolijkheid

           Romeinen 12:8

Het aanspreken gebeurt in de
aanmoedigende zin. Het vele
vermanen gebeurde in vele
richtingen van de christenheid
in wettische sfeer. De ander uit
genade bemoedigen, daar gaat
het om in Paulus’ evangelie.
Het samen delen zal als doel
hebben dat de liefde van God
naar voren komt in wat wij en
de anderen doen, zodat we
gezamenlijk ons verblijden in
wat God geeft. Degenen die
voorstaan zijn de ouderen die
God geeft in het lichaam van
Christus, om de plaatselijke
uitgeroepenen op te bouwen,
te voeden met de Schriften.
Zij zouden een voorbeeld in
ijver voor andere
uitgeroepenen zijn.

Woord vandaag

hetzij profetenwoord, naar 
analogie van het geloof, 
hetzij dienst, in het dienen, 
hetzij die onderwijst, in de 
onderwijzing
         Romeinen 12:7

Iemand die Gods woord spreekt
is profeet. Het is niet per se de
toekomst aangeven. In deze tijd
van genade zijn geen profeten
meer nodig. In Paulus’ tijd was
dat nog nodig, om de gelovigen
verder richting volwassenheid
te brengen. Nu Gods woord
gecompleteerd is (Kolossenzen
1:25), is dat genoeg.
Geloof is het centrale gegeven
voor alle functies in het lichaam
van Christus.
Ieder doet dienstwerk dat in zijn
of haar vermogen ligt. Het advies
is dat met alle inzet te doen.
De onderwijs gevende zou zich
erop toeleggen dat zo maximaal
mogelijk te doen en de Schrift
zelf te laten spreken.