Woord vandaag

De natiën echter, ter wille van de 
de barmhartigheid, verheerlijken 
God, zoals geschreven staat:
“Daarom zal ik U onder de 
natiën van harte belijden, en voor 
Uw naam zal ik snaren bespelen.”

            Romeinen 15:9

Paulus citeert uit Tenach, uit een
profeet, 2 Samuël 22:50. Is ook
Psalm 18:50. Deze gedeeltes zijn
hetzelfde (2 Sam.22, Psalm 18).
David wilde de grootheid van
Jahweh bekendmaken onder de
natiën waarmee hij in contact
kwam. De hoogste toepassing is
op Christus, Die Gods eer, Gods
heerlijkheid, bekend zal maken
in Zijn (aardse) koninkrijk.
Zo ook wordt nu al te midden
van de natiën Gods heerlijkheid
bekendgemaakt door Paulus’
evangelie, dat hij ontving door
onthulling van Jezus Christus,
(Galaten 1:12), de Zoon van God.

Woord vandaag

De natiën echter, ter wille van de 
de barmhartigheid, verheerlijken 
God, zoals geschreven staat:
“Daarom zal ik U onder de 
natiën van harte belijden, en voor 
Uw naam zal ik snaren bespelen.”

            Romeinen 15:9

Gods barmhartigheid, die in de
Hebreeuwse woorden chèsèd
(goedgunstigheid) en nacham
(vertroosting) naar voren komt,
leidt tot Gods verheerlijking door
de natiën. Hij was, is barmhartig
voor Zijn volk Israël én voor de
natiën. Op dezelfde manier zijn
de gelovigen zo, dat ze de ander
zonder onderscheid tot zichzelf
nemen, zoals Christus doet, tot
eer van God (zie 15:7).
Alle gunst komt van God, en dat
manifesteert zich in en door de
gelovigen nu en Israël straks op
aarde. In overeenstemming met
de Schrift
is dit alles wel.
We zien in de komende dagen
dat Thora (wet), Profeten en
Psalmen naar voren komen om
een en ander te bevestigen.

Woord vandaag

De natiën echter, ter wille van de 
de barmhartigheid, verheerlijken 
God, zoals er staat geschreven:
“Daarom zal ik U onder de 
natiën van harte belijden, en voor 
Uw naam zal ik snaren bespelen.”

            Romeinen 15:9

Het feit dat Christus Zijn aan
God gelijk zijn (in de vorm van
God) aflegde en Mens, Dienaar,
werd, was niet alleen voor Israël.
Dat deed Hij om de beloften van
de vaderen te bevestigen.
Ook de natiën zouden begunstigd
worden, in overeenstemming
met
profetenwoorden die naar
een heerlijke toekomst keken.
Zijn ootmoed was ook voor de
onbesnedenen.
Eerder in deze brief werd dat
duidelijk, lees 3:23,24, waar het
om allen gaat. Allen zondig(d)en
en missen de heerlijkheid en eer
van God. En worden om niet
gerechtvaardigd in Gods genade.

Woord vandaag

Want ik zeg dat Christus dienaar 
geworden was van de besnijdenis 
ter wille van de waarheid van
God, om de beloften van de 
vaderen te bevestigen
              
Romeinen 15:8

Talloze beloften waren gedaan;
en één van de belangrijkste is,
dat alle geslachten van de aarde
gezegend worden in het Z(z)aad
van Abram. Dat is Hij, Jezus, de
Christus (Mattheüs 1:1).
Hij zou de Koning zijn, en kwam
naar het vlees uit de stam van
Juda, als Zaad van David.
Niettemin diende Hij eerst als
Dienaar van de Besnijdenis en
vervulde daarin de beloften
van de vaderen als Begunstiger
van het volk Israël. Hij kwam om
te zoeken en te redden. Wat?
Het verlorene. En al wat in die
positie komt, wordt gevonden.

Woord vandaag

Want ik zeg dat Christus dienaar 
geworden was van de besnijdenis 
ter wille van de waarheid van
God, om de beloften van de 
vaderen te bevestigen
              
Romeinen 15:8

Christus was exclusief als Dienaar
van de Besnijdenis ingezet. Hij ging
nooit buiten de grenzen van Israël.
Hij benadrukte dat Zijn missie tot
de verloren schapen van het huis
Israël was. Enkele proselieten
kwamen op Zijn weg, die echter,
zijn gerekend als deel van het volk.
Dat betrof Zijn leven op aarde en
daarin was dat duidelijk. Christus
was daarin ootmoedig, en gaf dat
ook door aan de moeder van de
zonen van Zebedeüs. Die vroeg om
de beste plaatsen voor haar zoons
in het koninkrijk op aarde, maar de
Heer wees op het dienen. Dat is bij
ons zo: wij zijn nu nog in dienende
positie
, eventueel regeren met de
Christus, onze Heer, komt nog.