om te zijn: ambtsdrager van
Christus Jezus voor de natiën,
als priester het evangelie van
God handelend, opdat het
naderingsgeschenk van de
natiën wel aangenaam zou
worden, geheiligd in heilige
geest Romeinen 15:16
In Romeinen 5 en 8 is duidelijk,
dat de gelovige geest ontving.
God goot Zijn geest in je hart
(Romeinen 5:5). De geest van
Christus is nu één met de geest
van de gelovige (Romeinen 8:9).
Zo heb je de wil om voor God:
levend, welgevallig offer te zijn.
Ons lichaam, dat voorheen niet
reageerde op Gods stem, is nu
-figuurlijk gesproken- levend om
Hem te dienen.
Zo is de naderingsgave van de
natiën, bestaand uit levende en
God-gerichte offers: gelovigen.
Deze wandelen tot Gods eer,
een heilig offer, geheiligd in
heilige geest.