Woord vandaag

Laat je niet overwinnen door het 
kwaad, maar overwin met het 
goede het kwaad
    Romeinen 12:21

Een overgangsvers, in originele
tekst staan geen leestekens en is
geen hoofstukindeling aanwezig.
Je kunt dit ook als titel boven het
volgende deel zetten. Het kwaad
in de context is: de ander die jou
vervolgt, verwensen. Maar ook:
hooggezind zijn (eigenwijs zijn),
wel kwaad met kwaad vergelden,
wraak nemen, vijandig zijn naar
anderen, je vijand afwijzen, geen
eten en drinken geven.
We doen het tegenovergestelde
hiervan; dat is goed volgens wat
God in het goede nieuws geeft.
Moeilijk? Voor de oude mens: ja.
Voor de nieuwe mens, Christus
in je: nee.

Woord vandaag

maar ingeval jouw vijand honger
heeft, geef hem de bete, ingeval 
hij dorst heeft, geef hem te
drinken, want dit doende zal jij 
vurige kolen op zijn hoofd hopen
             Romeinen 12:20

De liefde van God betonen aan
vijanden is het beste ‘medicijn’
om met ze om te gaan. De Heer
gaf aan Judas de bete, alsof hij
de eregast was. Zouden wij nooit
gedaan hebben. Terughoudend
zouden wij reageren op Judas.
Maar de Heer wist, hij moet dat
doen.
Het past binnen Gods plan.
De Heer dankte Zijn Vader, dat
Die dingen verborgen hield voor
sommigen. De gelovigen namen
aan wat Hij sprak, als kinderen
van hun ouders geloven wat die
zeggen. De Heer besefte als geen
ander dat Judas Hem zou moeten
overleveren. En zo stapelde Hij
vurige kolen op het hoofd van de
discipel Judas. Die toonde later
bitter berouw.  

Woord vandaag

maar ingeval jouw vijand 
honger heeft, geef hem de 
bete     
Romeinen 12:20a

\Dit deed de Heer Jezus toen Hij
in de bovenzaal at met Zijn 12
discipelen. In Johannes 13:26,
27,30 wordt het woord ‘bete’
gebruikt. Een stukje brood, een
beetje hard wellicht, waarmee
ander voedsel kan ‘oplepelen’.
Dit werd door de gastheer in de
regel aan de eregast gegeven.
Wat een genade had de Heer in
het hart bij Judas!
In die gezindheid zouden ook
wij met onze vijanden omgaan.  

Woord vandaag

Jezelf niet wrekend, geliefden, 
maar geef plaats aan de 
verontwaardiging, want er 
staat geschreven:
“Aan Mij de wraak, Ik zal 
vergelden, zegt de Heer.”

   Romeinen 12:19

Het citaat is uit Deuteronomium
32:35 en dat wijst onmiskenbaar
naar de eindtijd. De periode die
in Daniël wordt aangewezen, na
de bazuin van God, 1Thess.4:15.
Dan zal ‘hun voet wankelen’ zoals
Mozes dat aangeeft. God zal dan
vergelden wat mensen Zijn volk
hebben aangedaan. God zal Zich
wreken op hun vijanden. Maar
ook Israël zelf zal niet ontkomen.
Grote verdrukking zal vooral op
hen komen als uiting van Gods
verontwaardiging over afgoderij,
de aanbidding van het beest en
het beeld ervan. God zal ook dat
vergelden als overtreding van de
10 woorden. Als je miskend of
vervolgd of iets aangedaan wordt:
wreek jezelf niet, maar laat dat
over aan God. Het is nu vrede.   

Woord vandaag

Jezelf niet wrekend, geliefden, 
maar geef plaats aan de 
verontwaardiging, want er 
staat geschreven:
“Aan Mij de wraak, Ik zal 
vergelden, zegt de Heer.”

   Romeinen 12:19

De vicieuze cirkel van misdaad –
wraak – vergelding et cetera is
eindeloos. Vrede zou ons als de
gelovigen van nu kenmerken.
Door jezelf te willen wreken op
welke wijze ook – je vult zelf in
wat je beter aan God over kan
laten. De verontwaardiging is
onmiskenbaar die van God in de
(nabije) toekomst.
Grote verdrukking zal uiting van
Gods verontwaardiging zijn. Wij
als lichaam van Christus gaan
daar niet doorheen. Veel later
zal Gods verontwaardiging ook
blijken. Waar? Wanneer? Bij de
grote, witte troon. Daarom zien
wij vooruit naar die tijd, wreken
onszelf niet. Het is vrede.