Het geloof dat jij hebt, heb het
voor jezelf voor het aangezicht
van God. Gelukkig hij die
zichzelf niet richt in dat wat
hij accepteert
Romeinen 14:22
Hoe sterker je geloof, hoe meer
je gegroeid bent, hoe meer je
rekening houdt met de zwakke
in geloof. Dat is genade van de
grote God, Die ons riep en Die
de groei gaf. God geve, dat we
geduld hebben met elkaar.
We kennen geen restricties uit
de Mozaïsche wet als het om
eten/drinken en houden van
dagen gaat. We zijn immers, in
onze tijd geroepen in genade.
Zo schenken we genade, óók
als we kritiek van de zwakken
krijgen. Ook dan welwillend en
ootmoedig blijven; het is niet
zo eenvoudig voor het vlees.
In ons echter werkt -door de
geest van God- Zijn kracht. We
hebben geluk, want we leven
uit de genade van de gelukkige
God!