Groet Andronikus en Junias, mijn
verwanten en
mijn medegevangenen, die van
betekenis zijn te midden van de
apostelen, en die vóór mij in
Christus geworden zijn
Romeinen 16:7
Andronikus (man-overwinnaar)
en Junias (jong/jeugdig) waren
verwanten van de apostel.
Mogelijk waren zij ook Joden,
verwanten in het vlees (Rom.9:3).
Misschien waren zij zelfs familie
van de apostel. In elk geval is de
geestelijke band er een die ook
met familiaire termen wordt
uitgedrukt, zoals ‘broeder’ en
‘zuster’ en ‘moeder’ of ‘oom’
in het lichaam van Christus.
Mensen raken, ook in deze tijd,
hun wortels kwijt, en hebben
het gevoel op drift te zijn.
Wat een ‘thuiskomen’ is het,
als God je geloof geeft in het
volbrachte werk van Christus!
Dan ben je helemaal thuis bij
God als je Vader.