Woord vandaag

En weer zegt Jesaja: ‘Daar zal
zijn de wortel van Isaï zijn’, en:
‘Hij die opstaat om de Vorst 
over de natiën te zijn, op Hem 
zullen de natiën verwachting
vestigen.’

     Romeinen 15:12

Citaat van de profeet Jesaja, na
de Torah en de Psalmen.
Zoals altijd wijst het Woord op
God Zelf, Jahweh, Zijn Christus.
Ook hier staat Christus, als de
wortel van Isaï centraal. Hij is
uit David (stam Juda), en zo zal
Hij Vorst over de natiën zijn.
Alle verwachting van Israël was
en is op Hem gericht.
De verwachting die wij hebben
is Christus (1 Timotheüs 1:1).
Zonder Hem als de Opgestane is
het leven nutteloos, zinloos. En
daarom extra geweldig dat wij nu
Hém verwachten.

Woord vandaag

En weer zegt hij: “Prijst de Heer, 
al de natiën, En lofprijst Hem, 
al de volken.”
         Romeinen 15:11

Dit is uit Psalm 117:1 en dat is de
kortste. Deze bezingt ook trouw,
die van Jahweh aan Zijn volk, en
daardoor ook aan de volkeren. In
deze tijd geldt dit in zekere zin als
mensen uit alle natiën geroepen
lid van het lichaam van Christus
zijn. Straks, in het millennium (de
1000 jaren), wordt dit letterlijk
vervuld in de natiën die dan een
ondergeschikte positie aan Israël
hebben. Als wij ootmoedig en
trouw Zijn dienstwerk doen, zijn
wij ook bezig Hem te prijzen en
zelfs te lofprijzen. Dat we dat in
en tijdens dienstwerk in ons hart
doen, is dankzij de genade van
God, die in ons hart is (Efe.5:18).

Woord vandaag

En weer zegt hij: “Weest
verheugd, natiën, met Zijn volk!”

             Romeinen 15:10

Citaat uit Deuteronomium 32:43a
en daar is het profetisch wanneer
de natiën zullen zien dat vijanden
van Israël vernietigend verslagen
zijn. Paulus haalt dit ook aan, als
in overeenstemming met, zie vers
9. ‘Zijn volk’ met het enkelvoudige
laos in het Grieks, wijst meestal
op het volk Israël. Uitgeroepenen
uit alle natiën in deze genadetijd,
zijn dan ook géén ‘volk van God’,
maar lichaam van Christus.
Binnen dat lichaam van Christus
bestaat het onderscheid volgens
het vlees niet meer. Dan geldt de
nieuwe schepping, besneden of
onbesneden zijn doet er niet toe.
Wij verheugen ons gezamenlijk
in de Vader en Zijn Zoon, Die nu
het enige Hoofd van ons is.   

Woord vandaag

De natiën echter, ter wille van de 
de barmhartigheid, verheerlijken 
God, zoals geschreven staat:
“Daarom zal ik U onder de 
natiën van harte belijden, en voor 
Uw naam zal ik snaren bespelen.”

            Romeinen 15:9

Paulus citeert uit Tenach, uit een
profeet, 2 Samuël 22:50. Is ook
Psalm 18:50. Deze gedeeltes zijn
hetzelfde (2 Sam.22, Psalm 18).
David wilde de grootheid van
Jahweh bekendmaken onder de
natiën waarmee hij in contact
kwam. De hoogste toepassing is
op Christus, Die Gods eer, Gods
heerlijkheid, bekend zal maken
in Zijn (aardse) koninkrijk.
Zo ook wordt nu al te midden
van de natiën Gods heerlijkheid
bekendgemaakt door Paulus’
evangelie, dat hij ontving door
onthulling van Jezus Christus,
(Galaten 1:12), de Zoon van God.

Woord vandaag

De natiën echter, ter wille van de 
de barmhartigheid, verheerlijken 
God, zoals geschreven staat:
“Daarom zal ik U onder de 
natiën van harte belijden, en voor 
Uw naam zal ik snaren bespelen.”

            Romeinen 15:9

Gods barmhartigheid, die in de
Hebreeuwse woorden chèsèd
(goedgunstigheid) en nacham
(vertroosting) naar voren komt,
leidt tot Gods verheerlijking door
de natiën. Hij was, is barmhartig
voor Zijn volk Israël én voor de
natiën. Op dezelfde manier zijn
de gelovigen zo, dat ze de ander
zonder onderscheid tot zichzelf
nemen, zoals Christus doet, tot
eer van God (zie 15:7).
Alle gunst komt van God, en dat
manifesteert zich in en door de
gelovigen nu en Israël straks op
aarde. In overeenstemming met
de Schrift
is dit alles wel.
We zien in de komende dagen
dat Thora (wet), Profeten en
Psalmen naar voren komen om
een en ander te bevestigen.