Woord vandaag

die dan ook betonen dat het 
werk van de wet in hun harten 
geschreven is, terwijl hun 
geweten medegetuigt en ze 
met hun overwegingen elkaar 
onderling beschuldigen of zelfs 
verdedigen

               Romeinen 2:15

Paulus beschrijft hier het leven
van de mensen uit de natiën op
wie de wet nooit gelegd is. In de
dag van het gericht zal het in hun
gelegde geweten spreken. Dat 
gebeurt ook al tijdens het leven.
Hoe mensen daarmee omgingen 
zal óók blijken bij de grote witte
troon. En hoewel de natiën niet
de wet ontvingen, heeft God in
de schepping toch dat werk van
de wet
 in het hart gelegd. Zodat
de mens zich in de praktijk toch 
wil richten, zonder te beseffen,
naar wat het woord van God in 
Thora zegt. Het geweten dat zal
spreken in de dag van de grote 
witte troon zal een belangrijk 
instrument in Gods hand zijn.
Uitkomst blijft: God is Redder!

Woord vandaag


Want wanneer de natiën, die de 
wet niet hebben, van nature wat 
de wet (eist) zouden doen, zijn zij, 
die de wet niet hebben, zichzelf 
tot wet

             Romeinen 2:14

Volstrekt helder zou voor iedere 
gelovige zijn: de natiën hebben de
wet niet. Dat zij niettemin de tien 
woorden in heel wat gebouwen 
elke zondag laten voorlezen, is in
wezen een grote afzwaaier. Deze 
woorden waren op Israël gelegd.
Dat volk zei ‘ja’ tegen Jahweh en 
ging zo een huwelijk in. De praktijk
wees uit, dat het volk zich niet kon
houden aan deze huwelijkse voor-
waarden; overspel en hoererij met
andere mannen (goden) was aan 
de orde van de dag. Het gevolg: zij
werd uit het huis (land) gezet. De
ballingschap was haar deel. Twee
zusters die -beiden weggevoerd in
ballingschap- lange tijd zonder hun
Man (Jahweh) zouden zitten. Maar
binnenkort gaat dat veranderen.
Wanneer de natiën aan de andere
kant soms wél in staat waren zich 
aan de wet te houden, volgden zij
daarmee hun ‘natuur’ of werking
van het geweten. Zo waren zij, in
wezen zonder wet, zichzelf tot wet.
Later bleek dat zij, net als Israël,
óók een Redder nodig hadden. 
En Die kwam! 

Woord vandaag

Want niet de toehoorders van (de) 
wet zijn rechtvaardig bij God, 
maar de daders van (de) wet 
zullen gerechtvaardigd worden.
               Romeinen 2:13

Dit principe lees je op iets andere
manier bij Jakobus (1:22,23,25).
Bij de wet van Mozes gaat het om 
het doen en niet alleen horen. In
Deuteronomium 6:4-7 lezen we, 
dat Israël zou horen. In praktijk is
het zo, dat zij die de wet doen,
voor God rechtvaardig zijn. In
de ogen van mensen zullen zij
rechtvaardig lijken. Maar het
gaat erom, hoe dat voor of bij 
God eruit ziet
. Verderop in de
Romeinenbrief wordt duidelijk
of de mens in staat is heel de
Thora (onderwijzing, wet) te 
volbrengen. Je leest (1:16,17)
eerder al, dat het evangelie de
kracht van God tot redding is
.
Dat maakte veel duidelijk; deze
brief zal in het vervolg verdere
helderheid brengen! 

Woord vandaag

Want al wie zonder wet zondigen 
zullen ook zonder wet omkomen; 
en al wie in wet zondigen, zullen
door wet gericht worden.

               Romeinen 2:12

Paulus laat hier zien, dat verschil 
bestaat in het zondigen. Mensen
die in wet (in klimaat/situatie van
wet) zondigen, zullen door die
wet(ten) gericht worden. Doordat
men onder (de) wet (van Mozes) 
geplaatst is, heeft men meer licht.
Het zijn Gods woorden, die geven
licht in het geestelijke bereik. 
Zij die wél onder wet waren, zullen 
bij de grote witte troon mede door
de wet gericht worden. Zonder de
wet geleefd? Dan ook zonder wet
verloren of omkomen. Zij zullen bij
de grote witte troon zonder wet
gericht worden en de tweede dood
ingaan. En: in Christus zullen allen
levend gemaakt worden!

Woord vandaag

want er is geen aanzien van 
persoon bij God.
            Romeinen 2:11

Ook bij de grote witte troon geldt
dit. Of iemand een groot heerser
was, of erg rijk, of anderszins; bij 
het eindgericht maakt dat niet uit.
Ieder die daar is, is een mens en 
zal door de Heer Jezus Christus in
het licht van God en Zijn woord 
beoordeeld worden. In overeen-
stemming met de werken en het
erbij komende motief. Zo kijken 
wij ook naar de mensen, als het 
goed is: zonder aanzien wie het 
is, passend in de omstandigheid
waarin men is. De Heer zal Zijn 
gericht dus uitvoeren – zonder 
aanzien van persoon. 
Uiteindelijk
zal Hij ook Redder blijken te zijn,
na het gericht, van allen: zonder 
aanzien van persoon.