Woord vandaag

Zij willen leraren van (de) wet
zijn, niet bevattend, noch wat 

zij zeggen, noch waar zij op 
staan.

         1 Timotheüs 1:7

Het is een rake tegenstelling;
de leraren van de wet zullen
de nadruk leggen op: in alles
moet je je aan de wet houden
,
dat is je weg in gerechtigheid.
Het luistert nauw: wanneer je
je in 1 klein detail er niet aan
houdt, heb je in wezen heel
de wet overtreden. Je bent
onder de vloek (Galaten 3:10).
Uiteindelijk zal blijken, dat de
leraren zelf niet aan kunnen
voldoen aan de hoge eisen.
Dan keert de wet zich ook
tegen hen. Want de wet is
heilig, rechtvaardig, ideaal
– geestelijk (Rom.7:12,14).
Maar kan niet tot redding
leiden. Het vlees is te zwak
om aan de eisen te kunnen
voldoen. Zo begon 1 Tim.1:1
God is Redder en dat is
verblijdend. God is genadig
en Hij redt je door het geloof
van Jezus Christus.  

Woord vandaag

Zij willen leraren van (de) wet
zijn, niet bevattend, noch wat 

zij zeggen, noch waar zij op 
staan.

         1 Timotheüs 1:7

Dit sluit direct aan op ‘ijdel
gezwets’ van vers 6. Er wordt
in onze dagen veel gesproken.
Men benadrukt, ‘dat je toch
als christen of gelovige wel dit
of dat moet doen’. Of men is
bezig, het leven in te kaderen
in wat de wet zegt.
De 10 woorden uit Exodus 20
worden herhaald gelezen.
God demonstreerde bij Israël
dat het zo niet ging werken,
nu dit krachteloos bleek door
het vlees (Romeinen 8:3).   
Paulus geeft aan: mensen die
dit soort prediking voorstaan,
beseffen niet dat ze naast dat
spreken wat de genade van
God
werkelijk betekent. Laten
wij met Timotheüs blij zijn in
de genade die God geeft!

Woord vandaag

waarvan sommigen, daarvan 
afwijkend, werden afgewend 
tot ijdel gezwets
       
1 Timotheüs 1:6

Het afwijken is van het geloof,
(zie 1Tim.6:21) en de waarheid 
(zie 2Tim.2:18). Dit is letterlijk
on-grondregel(s) of on-grond-
beginsel(en). Sommigen zijn in
zekere ‘kennis’ of ‘wetenschap’
verstrikt geraakt (6:21), maar
wat betreft geloof wijken zij af.
Afwijken is zelfs al het geval,
wanneer wij denken, dat God 
enigszins, ook al is het heel erg 
weinig, van ons afhankelijk is 
om Zijn doel te bereiken. 
Zelfs een klein beetje twijfel 
over de zekerheid van je plaats 
in Christus is afwijken van de
waarheid. In Paulus’ dagen zijn
velen afgewend tot ijdel (leeg) 
gezwets. Men week af van de
genadeprediking en verviel tot
een leeg bestaan onder de wet.
Bekrachtig je in de genade van 
Christus Jezus!   

Woord vandaag

de voltooiing van de opdracht 
nu is liefde uit een rein hart en 
een goed geweten en een 
ongeveinsd geloof
         1 Timotheüs 1:5

De opdracht is dat wat God ons
in geloof gegeven heeft. Gods
beheer is in geloof (vers 3).
Het doel-einde van de opdracht
is liefde. Het gaat om het geloof-
waardige of betrouwbare woord,
dat Christus Jezus in de wereld 
kwam om zonderen te redden
Waar we ons aan deze ‘opdracht’
houden, zal liefde te zien zijn. 
De liefde van God is uitwerking
van het evangelie dat God geeft.
De liefde bloeit dan op uit een 
rein hart, dat waarachtig, puur 
het woord van God aanvaardt. 
Het is ook de vrucht van een 
goed geweten, dat openlijk de
waarheid gelooft. 
En het is de vreugde van het 
ongehuicheld (ongeveinsd) 
geloof, dat echt ontvangt wat
God via Zijn dienaar Paulus zegt.  

Woord vandaag

de voltooiing van de opdracht 
nu is liefde uit een rein hart en 
een goed geweten en een 
ongeveinsd geloof
         1 Timotheüs 1:5

De ‘opdracht’ is letterlijk: een 
boodschap die naast je is, of bij 
je is
. Bij Timotheüs werd een 
heerlijke boodschap neergelegd
die hij met zich mee zou dragen.
Het is toch geweldig dat God wil, 
dat alle mensen tot erkenning 
van de waarheid komen, gered 
worden (1 Tim.2:4)?
De ‘opdracht’ mét grote inhoud
werd aan Timotheüs, en in wezen 
aan al degenen die Gods woord 
onderrichten, toevertrouwd.
Toch kunnen wij allemaal er
met anderen over spreken. 
De uitwerking van de genade, 
redding, is zichtbaar als je 
2:8-3:16 en 5:1-6:2 leest.
Maar ook hoofdstuk 4 en 6.
Daarom: de voltooiing (of ook:
doel-einde, Grieks: telos) 
van de opdracht is:
liefde uit een rein (zuiver) hart,
en een goed geweten en een 
ongehuicheld geloof.