Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Júllie nu, zijn niet in het vlees,
maar in de geest, wanneer 
namelijk de geest van God in 
jullie woont. Indien iemand nu 
de geest van Christus niet 
heeft, is deze niet van Hem
              Romeinen 8:9

De geest van Christus kwam in
onze geest toen we geloofden.
Dat is allesbeslissend; je wéét
dat je van Christus bent. 
De geest van God kwam mee 
om in ons te wonen. De geest
van Christus zorgt ervoor, dat 
we contact -in onze geest- met 
God, de Vader, hebben. In die
geest (van Christus) roepen we
uit ons hart: ‘Abba, Vader!’. 
Het begint in ons geloofsleven 
met dat we ‘Abba’ roepen; als
kind zeg je dan ‘Papa’. Later, in
volwassenheid, roep je als zoon
(of dochter) ‘Vader’! 

Zij nu, die in (het) vlees zijn, 
kunnen God niet behagen.
             Romeinen 8:8

In vers 7 las je dat het vlees en
de gezindheid daarvan vijandig
tegen God zijn. Het kán zich niet 
aan de woorden (wet) van God 
onderschikken. Degenen die ‘in
het vlees zijn’, zijn zij die volledig
beheerst door de verlangens en
begeerten van het vlees, leven.
Verwachting, motieven worden
bij hen door het vlees bepaald.
Zo’n leven behaagt God niet.
Zoals onze Heer zei: het vlees is
niet nuttig; de woorden die Ik tot
jullie spreek, zijn geest en leven. 
Christus behaagde zichzelf niet;
Hij leed en verdroeg alles om 
Zijn hemelse Vader te behagen.
Ja, door heilige geest kunnen we
wél tot Gods eer leven.

omdat de gezindheid van het 
vlees vijandschap is ^nttegen God, 
want aan de wet van God 
onderschikt het zich (absoluut) 
niet, want dat kán het ook niet.
             Romeinen 8:7

Degenen die dit (nog) niet zo
erkennen, beseffen niet, dat de
zonde in combinatie met vlees
enorm vijandig tegen God is.
Zonder het te weten kunnen 
onze motieven vleselijk zijn. Het
ik kan nog groots aanwezig zijn 
bij gelovigen. 
De kruisiging van Christus betreft
óók de oude mensheid, zoals in 
Romeinen 6:6 vastgesteld. 
Het oude ik is ook meegekruisigd.
Het vlees heeft geen rechten om
zich uit te leven. Het is goed, met
wat je dwarszit met Vader in het
gebed uit te spreken.    

Want de gezindheid van het 
vlees is de dood, 
de gezindheid van de geest nu, 
is leven en vrede
            Romeinen 8:6

Als gelovigen wandelen naar of
overeenkomstig het vlees, dan
kunnen de gevolgen groots zijn.
Uit de geest komt niets vleselijks
en uit het vlees niets geestelijks.
De zonden zijn niet uit het leven
van een gelovige verdwenen. En
we komen ermee in contact via
anderen en kunnen dan in Zijn
kracht er niet op ingaan. Om zo, 
op die manier, ze afwijzen, zoals 
Hij, de Heer ze veroordeelde.
Hij voelde de volle vijandigheid
ervan en wij voelen dat ook, zij 
het in veel mindere mate. 
Dood hoort bij het volledig leven
naar het vlees; leven en vrede bij
wandel naar de geest. 

Want zij die overeenkomstig
vlees zijn, zijn gezind op wat 
van het vlees is, 
zij nu die overeenkomstig 
geest zijn, op wat van de 
geest is.
      Romeinen 8:5

Vlees en geest vormen basis
en uitgangspunt voor gezind-
heid. Dat is: innerlijke houding
of: geneigd zijn tot. Die neiging
wordt dan bepaald door vlees
of geest. Interesses van vlees
zijn anders dan datgene waar
de belangstelling van de geest
naar uitgaat. Het vlees is niet
in staat om aan Gods Thora te 
onderschikken. De geest richt
zich op wat van God is. Vlees
is op aarde, de mens, tijdelijk
genot gericht.
Wat blijft is waardevol, is van
God en Zijn Zoon.