Woord vandaag

Daarom geeft God hen in de 
begeerten van hun harten over, 
om in onreinheid hun lichamen 
onder henzelf te onteren

Romeinen 1:24

De mens verheerlijkt en dankt 
God niet als God. Maar begeeft 
zich tot afgoderij. In de wereld 
waarin Paulus leefde, was zowel 
afgoderij als dit overgeven door
God volop aanwezig. Zowel het 
Romeinse als Griekse pantheon
(godendom) kenden allerlei zeer
onsmakelijke, onreine verhalen.
Het is een wetmatigheid die God
heeft bepaald: waar de mens
vervalt tot afgoderij, ook vervalt
in afwijkend gedrag. Weg van 
wat God in Zijn schepping geeft.
Het natuurlijke verandert in wat 
ernaast is. God niet als Schepper
erkennen heeft ook als gevolg: 
de relatie man(lijk)–vrouw(elijk)
wordt verward en verlaten. We
blijven dicht bij God en de Zoon 
van Zijn liefde! 

Woord vandaag

en zij veranderen de heerlijkheid 
van de onverderfelijke God in de 
gelijkenis van een beeld van een 
bederfelijk mens, vliegende 
schepsels, viervoeters 
en reptielen.
     Romeinen 1:23

Men daalt in eigen denken van
de hoogste God neer en komt 
uit bij de slang (reptiel). Dwaas 
als dat is, want God is de enige
ware God. Hij is onverderfelijk;
de mens en de dieren zijn wel
bederfelijk. We gaan van hoog 
naar laag. De mens komt niet 
terecht bij het Beeld van God, 
de Heer Jezus Christus. 
In plaats van Hem gaat men de
gelijkenis of het beeld van iets
bederfelijks (mens/dier) aan-
roepen en aanbidden! De dag 
van de mens is de periode dat 
de mens zichzelf centraal stelt.
Het toppunt ervan is binnenkort
wanneer de wetteloze troont in
de tempel van God en zich laat
aanbidden als was hij een god.

Woord vandaag

Bewerend wijs te zijn, werden zij 
dwaas gemaakt
           Romeinen 1:22

Hier de scherpe tegenstelling die
Paulus ook in 1 Corinthiërs 1 laat
zien. De wijsheid van de wereld:
dwaasheid voor God. Daar komt
de kruisdood van de Heer sterker
naar voren. Hier gaat het ook om 
iets wezenlijks: God is Schepper. 
En dat zou het schepsel (dat na 
kan denken) erkennen. De mens 
is bezig te redeneren zonder zijn
God en Schepper
. Dat is dwaas. 
Daardoor wijkt de mens af in het
denken, de wetmatigheid is dan,
dat het gedrag ook van God gaat 
afwijken. Hij is de Plaatser; waar 
de mens niet langer de juiste plek
inneemt, heeft dat gevolgen. We
belijden: Ja Heer, God, U heeft 
alles gemaakt, ook mij, en geeft 
mij de juiste plaats, dank U wel! 

Woord vandaag

maar zij werden vruchteloos 
in hun doorredeneringen en 
hun onverstandig hart is 
duister geworden
     Romeinen 1:21b

Het gevolg van het bewuste niet 
verheerlijken of danken van God
is wat in onze tekst staat. Door-
redeneren zonder God leidt tot 
niets. Maar doorredeneren van-
uit Schriftgegevens leidt ook tot 
niets, meestal. Duisternis neemt 
toe in het hart en daardoor blijkt 
de mens onverstandig dan wel 
onnadenkend te zijn. Regelmatig
lijkt wat de filosofen zeggen wel
interessant of logisch, maar leidt
tot doorgaans tot niets. De mens 
blijkt hopeloos afhankelijk van de 
de geest van God. Zonder dat zal
het niet wat kunnen worden. En
wat kunnen wij dan dankbaar zijn
voor God geschenk: Zijn geest! 

Woord vandaag

omdat zij, God kennend, Hem 
niet als God verheerlijken of 
danken
         Romeinen 1:21a

De mens is onverdedigbaar voor
de grote witte troon, zagen we
gisteren. Hier lees je een verdere 
reden: men kent God zeker wel,
maar wil God niet danken en de
eer geven. Men stelt zichzelf als 
mens in het middelpunt. We zijn 
en leven in de dag van de mens
(1 Corinthiërs 4:4,5). 
Die eindigt compleet mislukt,
vanuit menselijk oogpunt gezien. 
En dat heeft alles met onze tekst 
te maken. De mens verheerlijkt 
en dankt God niet. Terwijl men 
Hem in het algemeen wel kent/
kende. Hoe? Door woorden van 
God; velen hoorden of lazen dat 
God Schepper is, Zijn schepping 
vasthoudt. Zo kent men God: uit 
schepping en/of uit woorden. Zo
was/is de mens onverdedigbaar
als het er echt op aan komt.