Woord vandaag

Want God geeft ons niet een 
geest van schroom, maar van 
kracht en van liefde en van 
bezonnenheid

     2 Timotheüs 1:7

Schroom is het beducht zijn 
voor ….. ja wat?  Mensen? 
Ontwikkelingen in de wereld?
De tegenstander? Het kan je
verlammen, je durft niet iets
te delen van goed nieuws. 
Timotheüs had kennelijk een
aanmoediging van de apostel 
nodig. Als je zo’n bediening 
op je weg krijgt, en je bent 
vanuit jezelf al beschroomd….
Kortom, waar Paulus op wijst
-ook voor u, jou en mij- is de
kracht van de geest van God
in ons. Je kunt daardoor die
ander echt liefhebben vanuit
Gods liefde. 

Woord vandaag

Om die reden herinner ik je 
eraan de genadegave van 
God aan te wakkeren, die in 
je is door de oplegging van 
mijn handen
            
2 Timotheüs 1:6

In de voorschriften van Israël is
het opleggen van handen door 
de (hoge)priester geboden, o.a.
op Jom Kippoer. Later verschoof
dat naar het toedelen van een 
gave of zelfs heilige geest. Dit
hoorde bij de bediening van het 
aardse koninkrijk. Handelingen
geeft daar verslag van. Nu die tijd 
van overgang naar Gods genade 
voorbij is, is dat niet langer nodig. 
De Heer deelt zelf toe -in genade- 
wat Hij nodig acht voor de leden 
van het lichaam van Christus.
Dat kan een bediening zijn, zekere
gaven, zie Efeziërs 4:7-16.
Ieder lid heeft iets ontvangen van
de Heer waarmee Hij gediend kan
worden. Biddend de weg met de
Heer gaan, is aangewezen.

Woord vandaag

Om die reden herinner ik je 
eraan de genadegave van 
God aan te wakkeren, die in 
je is door de oplegging van 
mijn handen
            
2 Timotheüs 1:6

Paulus wijst hier terug, zowel 
naar de vreugde (genade), vers
4, als naar het geloof, vers 5.
De genadegave van God kan
geloof én de genade zijn; maar
ook het dienstwerk.
In wezen horen deze drie heel
dicht bij elkaar. Alle dienstwerk
is in geloof en ze zijn beiden de
genade(gave) van God.
Dat zijn de principes voor deze 
periode van het beheer van de
genade van God. Het kan zijn, 
dat geloof verzwakt is, nog maar
een klein kaarsje lijkt. Daarom is
de aanmoediging: aanwakkeren
op zijn plaats. Hoe? Door steeds
Zijn woorden te raadplegen, en 
naluisteren wat daarover gezegd
wordt. En daarbij de heilige geest,
de geest van wijsheid, onthulling
te laten werken in je, te bidden 
en te danken voor alles.

Woord vandaag

in herinnering houdend het 
ongeveinsd geloof dat in jou is, 
dat eerst in jouw grootmoeder 
Loïs en in jouw moeder Eunike 
woning maakte, maar ik ben 
ervan overtuigd, dat het ook 
in jou zo is
     
2 Timotheüs 1:5

Het geloof was niet op zich in 
Timotheüs gekomen, het was
ook ongeveinsdongehuicheld.
Het geloof maakte woning in 
oma Loïs en moeder Eunike. 
En Paulus is ervan overtuigd, 
dat dat ook in Timotheüs 
woning maakte. Geloven is 
vertrouwen hebben in God, 
de Vader, en Zijn Zoon. 
Als dat geloof groeit en werkt,
maakt het door heilige geest 
woning in ons. Geloven is niet
alleen voor 100% waar achten
wat God zegt in Zijn woord. 
Het is groeiend vertrouwen in
die ene God en Vader, Die alles
tot een goed einde zal brengen.

Woord vandaag

in herinnering houdend het 
ongeveinsd geloof dat in jou is, 
dat eerst in jouw grootmoeder 
Loïs en in jouw moeder Eunike 
heeft gewoond

          2 Timotheüs 1:5a

Oma Loïs, haar naam betekent:
‘beter’, misschien: ‘aangenaam’.
Eunike, moeder, betekent: wel-
overwinnaar. Beiden spreken 
in de naam van Hem, Die voor 
God welgevallig (aangenaam
is, Zijn bloed spreekt beter dan 
dat van Abel (Hebr.12:24). 
Ja, van Hem, Die Overwinnaar
is. De kleine Timotheüs was al 
van jongs af vertrouwd met de
heilige Schriften, door deze 
twee vrouwen, die zo liefdevol 
voor hem hadden gezorgd.
Hun geloof was in hun doen en 
laten en verzorgen duidelijk.
Maar vooral de wijze waarop ze
kleine Timotheüs vertelden over
God, Jahweh, en Zijn Zoon. Het
was in zijn jonge hart geland. 
God wekte geloof in hem; toen
Paulus langskwam op één van
zijn reizen, viel Timotheüs op.
Hij ging met de apostel mee.