28 april 2019
‘Het is een grote toekomst.’
We leven daar naartoe. Zonder over-
spannen te zijn, kijken we gespannen
met verwachting uit. Hij gaat komen,
en in Zijn aanwezigheid (parousia) in
de lucht is de ontmoeting.
Bij Hem, Christus Jezus, onze Heer en
Redder, zullen wij dan zijn, ineens. En
elk lid van het lichaam van Christus is
er dan bij. Groots zal dat zijn. Hij zal
ons tot Zich nemen met enorme snel-
heid. Dé ontmoeting waar Hij al lang
naar uitkijkt.
‘Dat is ook 1 Corinthiërs 15.’
Na veel geweldigs schrijft de apostel
over onze verandering. Paulus schrijft
door God geïnspireerd:
zie ik deel jullie een geheimenis mee:
wij zullen niet allen ontslapen, wij zul-
len allen echter veranderd worden in
een ondeelbaar ogenblik, in de laats-
te bazuin(stoot)
1 Corinthiërs 15:52
Dit is niet de jongste (of laatste) dag
als hemelen en aarde verbranden.
Het is veel eerder; deze gebeurtenis
markeert het einde van het beheer
van de genade van God (Efeziërs 3:2).
Het is hetzelfde gebeuren als wat de
apostel eerder had gemeld in 1 Thes-
salonicenzen 4:13-18.
‘Geweldig, mijn hart dankt God.’
In het bedoelde vers spreekt de apos-
tel specifiek over diegenen die leven
als de bazuin klinkt. Die leden van dat
ene lichaam zullen niet ontslapen. Zij
worden veranderd door de kracht van
de geest van God. Het gaat in 1 Corin-
thiërs 15:51-53, net als in 1 Thessalo-
nicenzen 4:13-18, om twee groepen.
Degenen die leven bij de bazuin en zij
die al in Christus gestorven zijn. Van
de levenden staat: en wij zullen veran-
derd worden. Van de anderen staat dit:
de doden zullen opgewekt worden –
onverderfelijk 1 Corinthiërs 15:52