Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Daarom zijn wij niet 
ontmoedigd, maar indien ook 
onze uiterlijke mens verrot, 
toch wordt ons innerlijk dag 
aan dag weer nieuw gemaakt
       2 Korinthiërs 4:16

Onze uiterlijke mens, ons oude
lichaam is tijdelijk. Wij zijn van
de aardbodem (stof) en keren
daarnaar terug. Nochtans, wat
de apostel schrijft verheugt ons.
Ons innerlijk wordt dag in dag 
uit vernieuwd. De heilige geest
werkt in ons. De genade van 
God stroomt over. 
Daarom verliezen wij de moed
niet; er is heerlijke verwachting.
Dit aardse is een trainingsschool
voor de (nabije) toekomst boven.
De heerlijkheid die wacht straalt
over ons bestaan; Hij is nabij en 
we horen Zijn voetstappen in het
wereldgebeuren.   
 

Daarom zijn wij niet 
ontmoedigd, maar indien ook 
onze uiterlijke mens verrot, 
toch wordt ons innerlijk dag 
aan dag weer nieuw gemaakt
       2 Korinthiërs 4:16

Hier de tweede keer: daarom 
zijn wij niet ontmoedigd
(en 2Kor.4:1). Het evangelie 
van Christus’ heerlijkheid is 
‘de schat in ons aarden vat’.
Het geloof, vertrouwen in wat
God beloofde, geeft ons licht
en uitzicht. De dagen kunnen 
moeizaam zijn, het is soms 
niet goed te zien waar Vader 
heen wil. We zijn in Zijn hand.
Wat wij zien en merken: het 
verval van de uiterlijke mens. 
Noch leven of dood kan ons 
scheiden van de liefde van 
God in Christus Jezus. Dat is 
het wat ons innerlijk nieuwe
moed en kracht geeft.   

Want het is alles vanwege 
jullie, opdat de genade, 
toenemend door meerdere 
gelovigen, de dank doet 
overvloeien, tot heerlijkheid 
van God
        2 Korinthiërs 4:15

Paulus was dankbaar, en had
vreugde over de Korinthiërs 
omdat hij groei in de genade 
zag. En meer dankbaarheid.
Het ervaren en besef van de
genade van God brengt als 
vanzelf vreugde, dank, in het 
hart. Dat spreken wij uit naar 
God en Zijn Christus.
Hoe meer gelovigen Zijn grote
en buitengewone genade gaan
waarderen, hoe meer dank tot
God uit de harten zal opstijgen.
Dat geeft vreugde in Zijn hart. 
Dat alles strekt tot heerlijkheid 
en eer van de Vader; daarvoor 
zijn wij in het leven geroepen!

Want het is alles vanwege 
jullie, opdat de genade, 
toenemend door meerdere 
gelovigen, de dank doet 
overvloeien, tot heerlijkheid 
van God
        2 Korinthiërs 4:15

Het lijden, de verdrukkingen
waar Paulus en medewerkers
mee te maken hadden, was
omwille van de Korinthiërs.
Hun hart was bij ze betrokken.
In de toekomst zouden allen,
Paulus, de medearbeiders én 
de Korinthiërs bij de Heer zijn.
Het dienstwerk voor ze was
bedoeld om hen tot eer van 
God, de Vader, te doen zijn. 
Nu al, en ‘straks’ in volheid. 
Hoe meer gelovigen, des te 
groter de genade. Hoe meer
de genade toeneemt, des te 
dieper de liefde van God blijkt. 

en waarnemend dat Hij Die
de Heer Jezus opgewekt
heeft ook ons door Jezus zal
opwekken en samen met
jullie zal presenteren
         2 Korinthiërs 4:14

De grote heerlijkheid voor het
lichaam van Christus begint
pas op de dag van de bazuin.
Daarna zal het erepodium de
‘plaats’ zijn waar al de leden
van Zijn lichaam door Christus
Jezus zullen staan (2Kor.5:10).
Wij zullen dan terugontvangen
naar wat wij bedreven hebben
hetzij goed hetzij slecht.
Daarna zal Hij ons presenteren
voor Zijn God en Vader.
Wat een toekomst!