Woord vandaag

2 juni 2020

‘De koninkrijksgemeente.’

De uitdrukking komt als zodanig niet 
in de Schrift voor. Je kunt wel zeggen, 
dat het gaat om geroepenen. Zij had-
den gehoor gegeven aan het evangelie 
van het koninkrijk, zoals dat ook door
Johannes de doper, en de Heer Jezus 
Zelf verkondigd was. Zij riepen: bekeer
je, want het koninkrijk van de hemelen
is nabij gekomen
. De Koning liep te 
midden van Zijn volk rond. 

‘Zij verwierpen Hem.’

Men wilde dat Hij hen zou verlossen 
van het juk van de Romeinen. Maar 
daar gaf Hij geen aanleiding voor. Hij 
riep niet op tot een revolutie tegen 
de gevestigde orde van die dagen. Hij 
zei eerder dat zij aan de keizer zouden
geven wat moest, dus belastingen be-
talen die de keizer oplegde. Ze riepen 
nog ‘hosanna’ (red ons toch) vlak voor-
dat Hij gekruisigd werd. 

‘Petrus verkondigt ook het koninkrijk.’

Dat was helemaal conform Tenach. 
De profeten spraken van de Messias 
die Koning over hen zou zijn. Hij was 
gekomen; en na Zijn opwekking uit de
doden had Hij de leerlingen verteld, in 
de 40 dagen vanaf Pesach tot Shavuot 
wat het koninkrijk van God betreft. Zij 
zouden in heilige geest gedoopt wor-
den, zoals Hij zei en in de opperzaal 
aangekondigd had. Dit was uitsluitend 
in verband met Israël gezegd, met het 
oog op het komende aardse koninkrijk.

Woord vandaag

1 juni 2020

‘Pinksteren.’

Voor Israël is het Shavuot, het weken-
‘feest’. Het is een festival, een gezette
tijd van Jahweh. Toen de 50e dag daar
was, sprak Petrus en men had gewacht
op de belofte van de Vader. De geest 
werd uitgegoten op Israël, om te oog-
sten op het oogst’feest’. Eerst kwamen
3000 tot berouw en bekering en lieten
zich in water dopen tot vergeving van
zonden. Het aardse koninkrijk dat door
de profeten beloofd was, brak aan.

 ‘Dat was de koninkrijksgemeente.’

De bekeerden worden ekklesiauitge-
roepenen, 
genoemd. In een toekomsti-
ge studieserie hopen we dieper op de
soms lastige dingen in te gaan. Met na-
me het boek Handelingen levert altijd
veel discussie op. De een wil alles een 
op een overzetten naar deze tijd. De 
ander wil dat niet en pleit ervoor om 
de apostel Paulus te volgen. 

‘Petrus sprak op de 50.’

Hij sprak over de recente gebeurtenis-
sen van de kruisiging en opwekking van
Christus uit de doden. Dat zij, Israëliet-
en, Hem hadden laten doden, prikte in
hun hart. De eerstelingen van de oogst
kwamen binnen. Het koninkrijk begon 
aan te breken, Petrus had de sleutelrol.
God betoonde Zijn genade aan het volk
door opnieuw het evangelie van het ko-
ninkrijk te laten verkondigen.

Woord vandaag

31 mei 2020

‘Pinksteren.’

Door christenen ook wel het feest van
de geest
 genoemd. Niet zelden komt 
dan de geest in plaats van Christus te
staan. Onbedoeld, maar toch. Terwijl
de Heer Zelf zegt dat de geest Hem zal
eren en verheerlijken, niet zichzelf. De 
discipelen ontvingen heilige geest met-
een ná de opstanding van Christus. 

‘Geloof en zegen.’

Dat is wat de geest geeft, met al de an-
dere aspecten van de vrucht. Liefde en
vreugde en vrede vormen de belangrijk-
ste, en daarna volgen geduld, mildheid 
en goedheid. Als die kwaliteiten merk-
baar aanwezig zijn, is het goed tussen 
gelovigen en zijn we als gelovigen ook
tot zegen (om het zo maar te zeggen) 
voor de ongelovigen. 

‘Dat is vaak anders.’

De akelige werken van het vlees merk 
je onder alle geloofsgroepen op. Het 
beste groeiklimaat voor de vrucht van
de geest is Gods genade. God geeft, in
Zijn liefde, de gelovige de ruimte. Zijn
woord van genade is opbouwend, be-
moedigend; werkt helend, bevrijdend.
Wanneer we als gelovigen dat begrij-
pen, geven we elkaar die ruimte om in 
de zon van Zijn genade echt te leven.

Woord vandaag

30 mei 2020

‘God moet al de eer krijgen.’

Mensen die in nederigheid buigen, 
en Hem erkennen, zeggen dat:

mijn hart springt op van vreugde
in Jahweh; mijn hoorn is opgeheven
in Jahweh; mijn mond is wijd open 
tegen mijn vijanden, want ik verheug
mij in Uw redding…

Dat sprak Hanna in haar lofzang, zij
was toch nog zwanger geworden.

‘Bijzondere geschiedenis.’

Waarin opnieuw blijkt dat God het is,
die nageslacht geeft. Onvruchtbare,
toch een zoon. Hanna zei nog meer:

Jahweh doodt en maakt levend
Hij doet in het graf neerdalen en 
Hij doet daaruit opkomen,
Jahweh maakt arm en verrijkt; 
Hij vernedert, ook verhoogt Hij

                                   1 Samuel 2:6,7

Erkenning van Wie God is spreekt zo
duidelijk uit wat zij zegt.

‘Zij is de vernederde.’

Zij werd geplaagd door de venijnige 
Peninna, die wel kinderen had. Van 
Hanna wordt gezegd:

en Jahweh had haar baarmoeder
toegesloten 1 Samuël 1:5,6

En nochtans kreeg zij zelfs Samuël, de
profeet tot zoon. God hoort! Hanna is
het, die ernstig gebeden had en Jah-
weh had al haar gebeden gehoord, óók
die met haart hart (1 Samuël 1:13,15),
zonder hoorbare woorden, Hij gaf een
Samuël, naar wie twee boekrollen ver-
noemd zijn. God hoort al uw, jouw en 
mijn gebeden en kent ons hart.