11 mei 2019
‘De toekomst is zeker in Gods woord.’
Israël, de gemeente en de volkeren, ze
hebben allemaal een prachtig uitzicht.
Het perspectief van Gods woord is red-
ding van allen. Dat staat bovenaan en
Gods liefde zal ervoor ijveren dit groots
tot stand te brengen. In feite kan niets
de verwezenlijking van Zijn plan tegen-
houden of dwarsbomen. Heel wat men-
sen menen, dat dat wel kan. Men zegt
soms zelfs dat mensen -net als God-
een volkomen vrije wil hebben.
‘Een vrije wil kan toch niet?’
De mens heeft er zeker geen. De God
en Vader van Christus heeft echt een
vrije wil. En God wil, dat alle mensen
gered worden en tot erkenning van de
waarheid komen. En dat gebeurt, is
een kwestie van tijd. Men kan tijdelijk
tegen de wil van God in gaan; uitein-
delijk zal die wil tóch gedaan worden.
God is zoveel groter dan de mens. In
de Schriften is Zijn bedoeling iets, dat
nooit door de mens tegengehouden
kan worden. De koning, de Farao van
Egypte niet, Nebukadnezar evenmin.
‘Wij zijn heel kleine mensjes.’
God houdt van alle mensen, Hij heeft
u, jou en mij lief. Dat blijkt onder an-
dere uit het feit, dat de gemeente die
het lichaam van Christus is, bestaat uit
zondaren, waarvan Paulus de eerste
is. En als de eerste gered is, zal zeker
de rest ook komen. Dat schrijft hij in
de eerste brief aan Timotheüs, waar
we gisteravond in Soest ook naar ke-
ken, maar dan de tweede brief. Ja, de
kracht voor hem lag in wat God geeft.
Zo ook voor ons!