Want ook is het verheerlijkte
in dit geval niet verheerlijkt
omwille van de overstijgende
heerlijkheid
2 Korinthiërs 3:10
Hier is ‘het verheerlijkte’ dat
wat bij het geven van de Thora
te zien was. Niet alleen heftige
verschijnselen maar ook wat
Mozes’ gezicht liet zien.
Dat was echter verdwijnende
heerlijkheid, en die kon niet
verder verheerlijkt worden.
Het vlees bleek zwak, en het
aantonen ervan gebeurde.
Nadat gebleken was dat Israël
naar het vlees faalde, kwam
grotere heerlijkheid, waarvan
een indicatie is:
de wet is door Mozes gegeven,
genade en waarheid zijn door
Jezus Christus geworden
Johannes 1:17
Nadat Hij gekruisigd was en
opgewekt uit de doden, wees
Israël (Sanhedrin, orthodoxie)
opnieuw het getuigenis van de
geest af.
Daarna werd Saulus geroepen
en begon God een nog grotere
heerlijkheid te onthullen.