Maar wij versmaden de
verborgen dingen van de
schande, niet in list wandelend,
ook niet het woord van God
frauderend 2 Korinthiërs 4:2
Paulus was niet ontmoedigd
(vers 1) omdat hem genade en
barmhartigheid betoond was.
Hij benaderde iedereen in een
open en verzoenende houding.
Het woord van God; hij mocht
dat brengen. Ook dat deed hij
rechtuit, zonder iets achter te
houden, zonder het subtiel te
verdraaien. Paulus bedekte
de heerlijkheid van Christus
niet. Hij sprak over Hem zoals
Hij nu is: verheerlijkt aan Gods
rechter(hand).
Hij bedekte of beperkte ook
de overstromende genade van
God niet.
Zo fraudeerde hij niet met het
woord van God; hij deed geen
water bij de wijn (2Kor.2:17).