Woord vandaag

omdat zij, God kennend, Hem 
niet als God verheerlijken of 
danken
         Romeinen 1:21a

De mens is onverdedigbaar voor
de grote witte troon, zagen we
gisteren. Hier lees je een verdere 
reden: men kent God zeker wel,
maar wil God niet danken en de
eer geven. Men stelt zichzelf als 
mens in het middelpunt. We zijn 
en leven in de dag van de mens
(1 Corinthiërs 4:4,5). 
Die eindigt compleet mislukt,
vanuit menselijk oogpunt gezien. 
En dat heeft alles met onze tekst 
te maken. De mens verheerlijkt 
en dankt God niet. Terwijl men 
Hem in het algemeen wel kent/
kende. Hoe? Door woorden van 
God; velen hoorden of lazen dat 
God Schepper is, Zijn schepping 
vasthoudt. Zo kent men God: uit 
schepping en/of uit woorden. Zo
was/is de mens onverdedigbaar
als het er echt op aan komt.  

Woord vandaag

zowel Zijn onwaarneembare
kracht als Zijn goddelijkheid, 
zodat zij onverdedigbaar zijn

     Romeinen 1:20b

De mens kan uit de schepping, de 
werken van God, Zijn onzichtbare
kracht én goddelijkheid zien en
waarnemen. De mens kan, in de
eigen ervaring, God wegduwen in
het leven, heel bewust. Dat doen
mensen. Daarbij zijn zij zich echter
niet bewust, dat de geest van de
leugen 
(de tegenwerker) invloed
op hen uitoefent. Sommigen zijn
wel verstrikt geraakt in duisternis
en wenden zich heel bewust tot 
misleidende geesten en leringen
van demonen (1 Timotheüs 4:1).
Zij beïnvloeden weer anderen en
brengen hen op een dwaalspoor. 
Voor de grote witte troon zullen 
zij zich niet kunnen verdedigen.
Alles zal daar direct openbaar zijn. 
Het gaat allemaal blijken, het is 
de waarheid van en over God
Zijn kracht en goddelijkheid staan
vast, wij danken God, de Vader.

Woord vandaag

omdat het in Zijn maaksels 
verstaan wordt, zowel Zijn 
onwaarneembare kracht als 
Zijn goddelijkheid, zodat 
zij onverdedigbaar zijn

     Romeinen 1:20b

Men begrijpt uit Zijn werken hoe
groot Zijn kracht is. Die geeft een
wonderlijke groei in mens, dier
en plant. Men kan die kracht op 
zich niet waarnemen. Het gevolg
ervan, wat God maakt, tot stand
brengt: het effect, wél.
Het is toch heel wonderlijk hoe 
de hele schepping in elkaar gezet 
is, opgebouwd is uit allerlei kleine 
en nóg kleinere deeltjes. Die zijn 
met bijzondere microscopen pas 
zichtbaar. Zó klein, zó’n structuur,
dat moet een groot Schepper tot
stand gebracht hebben. Zoiets kan
nooit spontaan, vanzelf, ontstaan
zijn uit een spontane ‘oerknal’ (of
iets dergelijks) en vervolgens door
evolutie verder ontwikkeld. Nee.
De God, Die alles maakte, is groot
Schepper, Vormer, en moet alle 
eer krijgen
. Zoals Paulus uitroept:
Uit Hem en door Hem en tot Hem 
is het al, Hem zij de heerlijkheid
!

Woord vandaag

Want Zijn onzichtbare kenmerken 
worden vanaf de schepping van de 
wereld ontwaard

              Romeinen 1:20a

Mensen kunnen zonder meer uit
de geschapen werkelijkheid iets 
van de God ontdekken, ontwaren.
Uit Zijn machtige werken blijkt hoe
Hij is; Zijn unieke eigenschappen,
kracht en wijsheid. Hoe kan uit een
piepklein zaadje een grote boom 
of een prachtige plant groeien? In
de biologie en dergelijke, kunnen 
mensen van alles waarnemen, erg
goed beschrijven wat gebeurt. 
Maar ze kunnen de groeikracht in
zo’n levend organisme niet bevat-
ten, begrijpen. Tenzij ze erkennen 
dat God het is, Die doet groeien.
Zo ook in het geestelijke ‘bereik’.
Paulus plantte, Apollos begoot, 
maar God geeft de groei. Wat een
mens gelooft is ook door God aan
haar of hem gegeven. 

Woord vandaag

omdat wat van de God bekend is, 
openbaar is onder hen, want de 
God maakt het aan hen openbaar
           
Romeinen 1:19

Wat van de God bekend is wordt
systematisch neergehouden. Door
onder meer de evolutietheorie. In
dat idee is geen plaats voor God,
de Schepper van het al. Dat laatste
is de waarheid van en over God
.
Dat drukt men weg en dat is een
groot onrecht. Daarom accepteren
mensen de Schriften niet als de 
absolute bron voor het nadenken
(wetenschap, filosofie). Mensen 
willen de God van de Schriften 
niet erkennen. God maakt aan hen
wel Zijn waarheid openbaar, toch 
staat de eigen ‘waarheid’ centraal.
Het is bij de meesten een bewust
weigeren, en dat ongeloof roept 
de verontwaardiging van God op.