Woord vandaag

‘Zo zijn we altijd met Hem.’

Dat is wat we gisteren lazen. Hij
daalt af en ontmoet ons, omdat
Hij ons snel wegneemt, weg van
de aarde. In de lucht, na de gro-
te verandering van ons lichaam
wat in 1 Corinthiërs 15 staat. In
die brief lezen we van hemelse
en aardse lichamen. In Efeziërs
wordt duidelijk waarom. Daar is
geen aardse toekomst voor ons
beschreven, maar een hemelse.

‘Te midden van de hemelsen.’

Vijf keer (genade) komt die uit-
drukking in Efeziërs voor. Onze
geestelijke zegen is daar. En on-
ze werkzaamheden eveneens:

en zet ons gezamenlijk te midden
van de hemelingen, opdat Hij in
de komende eonen tentoon
spreidt de overstijgende rijkdom
van Zijn genade in (Zijn) mildheid
voor ons in Christus Jezus
                            Efeziërs 2:6,7

‘Ja duidelijk, en heerlijk.’

Aan al die hemelse machten en
krachten mogen wij Zijn genade
aan ons bewezen, tonen. Door
wat we getuigen brengen we ze
tevens tot onderschikking. Zijn
liefde zal dat door ons heen uit-
werken. De vijanden en vijand-
schap zijn daar ook. Zo hebben
zij ook verzoening door het kruis 
nodig, zoals Kolossenzen 1 zegt. 

Woord vandaag

‘Wij worden weggerukt.’

Ja, Hij is actief en wij passief. Het
is het genade-gebeuren dat onze
tijd van genade op aarde afsluit.

..en zo zullen wij altijd tezamen
met de Heer zijn
       1 Thessalonicenzen 4:17c 

Gisteren lazen we: in de lucht. In
latere brieven (van Paulus) zien
we dat duidelijker. In 1 Corinthi-
ërs 15 lees je van aardse en he-
melse lichamen.

‘Bijzondere veranderingen.’

De onthulling van een geheim:

zie, ik zeg jullie een geheim: wij
zullen inderdaad niet allen te 
rusten gelegd worden, maar wij

zullen allen veranderd worden
                 1 Corinthiërs 15:51

Niet alle gelovigen overlijden, in
dit vers lees je van een groep die
leeft als de bazuin klinkt. En snel:

in een ondeelbaar ogenblik, in
(de) knippering van het oog, in
(de) laatste bazuin(stoot) 
                 1 Corinthiërs 15:52a

‘Dat is zeer snel ja.’

Ook hier lees je van twee groe-
pen, overledenen en levenden:

want Hij zal bazuinen, en de do-
den zullen onverderfelijk opge-
wekt worden en wij zullen ver-
anderd worden
                   1 Corinthiërs 15:52b

Ingrijpende verandering is nodig,
want het heerlijkheidslichaam,
dat Hij ons zal geven, is geschikt
voor de buitenaardse omgeving.
We zijn nu nog beelddragers van
Adam; maar wij zullen beelddra-
gers van de laatste Adam, de he-
melse Heer, zijn!

Woord vandaag

‘Fijn, dit onderwerp.’

Ja, we lezen nu weer verder:

…tot de ontmoeting van de
Heer in de lucht…
   1 Thessalonicenzen 4:17b

Wat een dag zal dat zijn. Op-
nieuw constateren we hier, wat 
niet in dit vers staat. Helaas is in
de NBG van 1951 dit gezet:

de Heer tegemoet in de lucht..

Dit lijkt daarom onuitroeibaar in de
gedachten van veel gelovigen.

‘Ja dat heb ik ook.’

Het is de titel van Hal Lindsey’s
boek (1983), waarmee hij bij ve-
len belangstelling voor deze ver-
wachting wekte. Zo heeft God
dat gebruikt. Toch kijken we kri-
tisch naar de vertaling van NBG.
Het wekt de indruk, dat wij uit-
gaan de Heer tegemoet. Zo liep
bevolking destijds de stad uit om
een generaal na gewonnen strijd
warm te onthalen.

‘Wat betekent dat?’

Men legt dan uit, dat wij de Heer
als het ware binnenhalen op aar-
de. Maar het is juist: ontmoeting
van de Heer in de lucht. Er staat 
niet, dat wij vervolgens met Hem
naar de aarde terugkeren, zoals
velen dat graag willen. Wij gaan
Hem niet tegemoet; weggerukt
worden (wij passief-Hij actief) is
wat daar staat. Naar boven: in de
lucht. Latere brieven zeggen wat
onze toekomstige omgeving is.

Woord vandaag

‘Velen verwachten iets anders.’

Merkwaardig genoeg wel, ja.
We lezen daar verder over:

vervolgens zullen wij, de leven-
den die overblijven, gelijktijdig
tezamen met hen weggerukt
worden in wolken
     1 Thessalonicenzen 4:17a

Wat een bemoediging, troost en
verwachting lees je hier! Zoals in
vers 16 al staat, blijkt opnieuw,
dat de overledenen niet achter-
blijven als Hij komt.

‘Ja, misschien leven wij dan.’

Dat hopen wij, maar de geweldi-
ge verzekering en belofte lezen
we hier. Als we komen te overlij-
den voordat de bazuin gaat, dan
zullen wij die niettemin horen en
eerst opstaan. De levenden zul-
len (vers 15) zeker niet uitgaan
vóór de overledenen. En dan zul-
len alle leden van het lichaam in
wolken weggerukt worden
.

‘Heerlijke verwachting.’

Mooier kan het niet zijn. Let ook
op dat gelijktijdig tezamen. Dui-
delijker kan het niet zijn. Zowel
de overledenen in Christus als
de levende gelovigen worden in
één keer weggerukt. In grote
kracht en snelheid weggenomen.
Weg van de aarde. Wat een dag
zal dat zijn! We weten echter niet
wanneer dat gebeurt, maar we
leven daarop gericht.

Woord vandaag

‘De bazuin zal klinken.’

Jawel, op Gods tijd, Hij bepaalt,
het gaat om de bazuin van God.
Dat is die van de Plaats-er, Die
ook dat moment in Zijn plan ge-
plaatst heeft. De doden in Chris-
tus zullen dan eerst opstaan; in
dat woord zit krachtige bemoe-
diging. De ons ontvallen geliefde
medegelovigen zullen eerst op-
staan. Zij blijven niet achter!

‘Ze zullen daar bij zijn.’

Ja wat een heerlijke belofte. Hij
gaat dat waar maken. Geen twij-
fel mogelijk. Het is zo merkwaar-
dig, dat deze verwachting al snel
uit de christenheid is weggeëbd.
Dat gebeurde ongetwijfeld onder
de druk van opkomend wetticis-
me (Galatenbrief) waardoor men
Paulus verliet. En dus raakte de
enorme verwachting waar alleen
hij van schrijft in de vergetelheid.

‘In kerken hoor je dit niet.’

Daar is alle verwachting gericht
op de jongste dag. Men ziet dan
de 70e jaarweek, grote verdruk-
king, niet als toekomst. De 1000
jaar (Openbaring 20) is in kerken
weggepoetst: beeldspraak!
Dé verwachting van het unieke
lichaam van Christus werd in de
kerk verzet naar: direct voor de
jongste dag. In die jongste dag 
zal de grote witte troon staan.