24 oktober 2019
‘Op weg naar de eindtijd.’
We hebben als leidraad het profetisch
woord. In zowel Daniël als Openbaring
zien we in de eindtijd een enorm beest.
En dat ontvangt de kracht en de macht
van de draak. De identiteit van de draak
is helder: het is de tegenstander, de sa-
tan, de oude slang. Die heerst over het
beest, in feite. Verder blijkt, dat uit de
volkerenzee dat beest opkomt, niet uit
Israël. We weten, dat het geheimenis in
Openbaring 17 gaat over dat beest dat
de vrouw ondersteunt. Dat is voor rela-
tief korte tijd.
‘Het is nog niet helemaal helder.’
Het is ook bij het lichaam van Christus
zo, dat de geest uit de volkerenzee een
groep gelovigen oproept.
Die vomen één organisme. Ze worden
geroepen en ingezet door Christus. Om
Gods wil uit te voeren en heel de schep-
ping, dus ook de hemelen, onder Zijn
voeten te brengen. Wij overtuigen de
hemelsen om de enig ware God te aan-
bidden. De vier winden zorgen, dat de
de mensheid tot aanbidding van de te-
genstander, de draak, komt.
‘Het gaat erom spannen.’
In deze tijd is het spannend, en voort-
durend draait het om het Midden-Oos-
ten. Daar, rond en in Israël, zijn de be-
langrijkste, profetisch voorzegde ont-
wikkelingen. De grote wereldreligies
zullen één worden. En men zal komen
tot aanbidding van de wetteloze:
…komt immers niet de afval eerst en
wordt niet de mens van de wetteloos-
heid onthuld, de zoon van de destruc-
tie, die tegenstreeft en zich verheft bo-
ven alles wat god of voorwerp van ver-
ering genoemd wordt, zo dat hij zelf in
de tempel van God gaat zitten, zichzelf
tonend dat hij als God is?
2 Thessalonicenzen 2:3,4