Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

….Christus Jezus, Die 
op het punt staat te richten 
de levenden en de doden in
overeenstemming met Zijn 
verschijning en Zijn koninkrijk
         2 Timotheüs 4:1

Het gericht over levenden
omvat ook dat over volkeren.
Dat zal aan het begin van Zijn
aardse koninkrijk zijn.
Dan zal Hij Koning zijn, en de
koning in Israël volgens Thora
zou ook herder zijn.
Zo zal Hij, zoals een herder de
schapen van de bokken apart
zet (scheidt), de volkeren aan
het begin van de 1000 jaren
richten. Dat meldt Mattheüs
25:31-46. Lang bestond daar
verwarring over, omdat men
meende, dat het individuele
mensen betreft. Christus zit;
de troon van Zijn heerlijkheid
betekent dat Hij regeert.
De volkeren of natiën zullen
voor Hem gebracht worden
(vers 32). Dat is de sleutel tot
het verdere gedeelte.
Hét gericht over individuele
mensen zal bij de grote, witte
troon ná de 1000 jaren zijn.
Wij, leden van het lichaam
van Christus vallen absoluut
niet onder deze twee.
Wij zullen bij het erepodium
van Christus staan.
2 Korinthiërs 5:10.   

…Christus Jezus, Die op het
punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1^b

Opstanding is fundamenteel
in Gods plan; zonder dat kon
Paulus niet zeggen: de doden
in onze dagtekst. De Heer zal
ook de doden gaan richten,
en daartoe moeten zij eerst
opstaan.
Hymeneüs, Filetus ontkenden
de toekomstige opstanding
zelfs. In Korinthe sprak men
nóg dwazer; zij loochenden
de opstanding helemaal
(1 Korinthe 15:12,13).
Om de opstanding van doden
en de verwachting van Israël
was Paulus gevangen gezet
(Handelingen 23:6; 24:21).
En in de toekomst voor Israël
zal, na de grote verdrukking,
75 dagen precies, weer een
opstanding zijn. Die van de
rechtvaardigen (Lukas 14:14;
Hand.24:15; Daniël 12:12,13).
Ook in Openbaring 20:4-6 is
deze opstanding aan de orde.
De Heer staat op het punt
de levenden en de doden te
richten, een feit. Wij leven
in de heerlijke verwachting
van Zijn aanwezigheid in de
lucht!

…Christus Jezus, Die op het
punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1^b

Het gericht voor de grote witte
troon houdt opstanding in.
Dit is de opstanding tot gericht,
zoals Johannes 5:29 zegt. Dit is
voor hen die daar zullen staan
het voorportaal van de tweede
dood. Dit is in wezen algemene
opstanding. In de loop van de
eonen zijn meer opstandingen
te melden.
Dat zijn de opstandingen uit de
doden; incidenteel in Tenach
bij Elia en Elisa; daarna wekte
de Heer een drietal op.
Toen Hij was gekruisigd, stierf,
gingen graven open, heiligen
stonden op (Matt.27:52,53).
In de toekomst zullen op basis
van de opstanding van Christus
ook opstandingen uit de doden
plaatsvinden. Eerstvolgende is
bij de bazuin van God, als de
doden in Christus opstaan!

…Christus Jezus, Die op het
punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1^b

De grote gerichten (meestal
als ‘oordelen’ vertaald) zijn in
de Schrift opgetekend.
Eerste was de neerwerping
van de wereld (Ef.1:4), gevolg
ervan zien wij in Genesis 1:2;
ook in 2 Petrus 3:5 bedoeld.
Tweede was de grote vloed
in de dagen van Noach, lees
Genesis 7, 8 en 2 Petrus 2:5.
Derde: Gods verontwaardiging,
meestal als ‘de dag des toorns’
gekend, Openb.4-19; Matt.24
en 2 Thess.1:7-10.
Het vierde zagen we gisteren
al; de grote witte troon, in
Openb.20:11-15 genoemd, zie
ook Romeinen 2:16.
Het belangrijkste gericht was
over de zonde, op Golgotha
waar Christus tot zonde/zond-
offer werd gemaakt, 2Kor.5:21.
Laten wij God, onze Vader,
danken dat dit geweest is!

Ik betuig je voor het aangezicht 
van de God en Christus Jezus, 
Die op het punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1

Vanuit God gezien; het tijdstip
dat de levenden en de doden  
gericht worden, is nabij.
Voor God bestaat de tijd niet,
God ‘ziet’ alles ineens. Dat is
voor ons onmogelijk voor te
stellen. Vandaar: ‘op het punt
staan’. Hoewel het nog vele
jaren duurt nadat Paulus dit
schreef, nochtans is gericht in
wezen dichtbij. Voor de mens
is dat ook zo. Een ongelovige
sterft: direct daarna openen
de ogen weer en bevindt de
mens zich voor de grote witte
troon waar het leven direct
onder het gericht van Christus
Jezus komt.