Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

…Christus Jezus, Die op het
punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1^b

De grote gerichten (meestal
als ‘oordelen’ vertaald) zijn in
de Schrift opgetekend.
Eerste was de neerwerping
van de wereld (Ef.1:4), gevolg
ervan zien wij in Genesis 1:2;
ook in 2 Petrus 3:5 bedoeld.
Tweede was de grote vloed
in de dagen van Noach, lees
Genesis 7, 8 en 2 Petrus 2:5.
Derde: Gods verontwaardiging,
meestal als ‘de dag des toorns’
gekend, Openb.4-19; Matt.24
en 2 Thess.1:7-10.
Het vierde zagen we gisteren
al; de grote witte troon, in
Openb.20:11-15 genoemd, zie
ook Romeinen 2:16.
Het belangrijkste gericht was
over de zonde, op Golgotha
waar Christus tot zonde/zond-
offer werd gemaakt, 2Kor.5:21.
Laten wij God, onze Vader,
danken dat dit geweest is!

Ik betuig je voor het aangezicht 
van de God en Christus Jezus, 
Die op het punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1

Vanuit God gezien; het tijdstip
dat de levenden en de doden  
gericht worden, is nabij.
Voor God bestaat de tijd niet,
God ‘ziet’ alles ineens. Dat is
voor ons onmogelijk voor te
stellen. Vandaar: ‘op het punt
staan’. Hoewel het nog vele
jaren duurt nadat Paulus dit
schreef, nochtans is gericht in
wezen dichtbij. Voor de mens
is dat ook zo. Een ongelovige
sterft: direct daarna openen
de ogen weer en bevindt de
mens zich voor de grote witte
troon waar het leven direct
onder het gericht van Christus
Jezus komt.

Ik betuig je voor het aangezicht 
van de God en Christus Jezus, 
Die op het punt staat te richten 
de levenden en de doden
            2 Timotheüs 4:1

Het betuigen is sterker dan
‘getuigen’. Een ernstig woord,
want Paulus spreekt dit uit,
voor het aangezicht van de
God én Christus Jezus.
Groot was zijn apostelschap, dat
hij dit zo kan zeggen. Hoeveel
te meer zouden wij luisteren
naar deze leraar van de natiën.
Het woord aangezicht is in
Tenach vaak in het meervoud;
als aanwijzing, dat de relaties
tussen God en Zijn schepselen,
vooral mensen, belangrijk zijn.
Wij mogen Hem nu al door de
volkomenheidsbrieven, kennen
van aangezicht tot aangezicht!  

opdat de mens van God 
toebereid is, tot ieder goed 
werk toegerust
   2 Timotheüs 3:17

De woorden ‘toebereid’ en
‘toegerust’ zijn van dezelfde
woordfamilie in het Grieks.
Het is nodig dat wij toebereid
zijn en dus toegerust om in
Gods plan ieder goed werk te
doen. En we zijn druk bezig:
God legt nu in ons het woord
van verzoening (2Kor.5:18,19).
We zijn vrij in Christus, zodat
we elkaar dienen door Gods
onmetelijke liefde.
Door de uitgeroepenen wordt
nu de veelvuldige wijsheid van
God bekendgemaakt (Ef.3:10).  
Het lichaam van Christus zal
mede de boodschappers en
de kosmos (wereld) richten
(1Kor.6:2,3).
Hij zet ons in, in de komende
eonen, om Gods genade zelfs
te tonen (Ef.2:6,7)!

opdat de mens van God 
toebereid is, tot ieder goed 
werk toegerust
   2 Timotheüs 3:17

We zijn op school toebereid
om later goed te functioneren
in ons werk. Tijdens werken is
ook vaak opleiding onderdeel,
om … toe te bereiden.
Voor een beter functioneren.
Zo is het ook voor de gelovige.
Alles wat op onze weg komt,
doet God samenwerken tot wat
goed is (Rom.8:28). Dat is Zijn
toebereiden op wat wij nu aan
goede werken kunnen doen, en
straks in volheid.
De Schriften zijn essentieel én
zeer gezond, met name Paulus’
evangelie om je toe te bereiden!