Beijver je jezelf beproefd voor
God te stellen, als een niet te
beschamen werker, die het
woord van de waarheid recht
snijdt
2 Timotheüs 2:15
De waarheid van God blijft,
verandert niet; ons begrijpen
ervan neemt toe. Ook dat is
Gods genade.
Het woord dat God geeft,
spreekt Zijn waarheid uit. Nu
gaat het om het recht snijden
(ortho tomeō in het Grieks).
Het woord wordt in de Schrift
vergeleken met brood.
Voedsel voor je geest, je hart.
Wanneer je van een brood iets
snijdt, zijn er 2 delen, 1 brood.
De Schrift is vooral gericht aan
Israël. Het gaat over dat volk,
door God uitgekozen in liefde.
De brieven van Paulus vormen
de uitzondering. Het lichaam
van Christus is hét onderwerp.
Weer vergeleken met brood:
je snijdt 13 boterhammen uit
één gebakken brood, dan zijn
12 boterhammen Israël.
De ene boterham die resteert,
is het lichaam van Christus.