Gods woord is leven
want de mensen zullen zijn:
…opgeblazenen…
2 Timotheüs 3:4
In 1Tim.3:6 staat over een
nieuweling (jong in geloof),
dat die geen oudste kan zijn.
Omdat die dan opgeblazen
kan worden (als een ballon;
is groot maar geen inhoud).
Ook in 1Tim.6:4; degenen
die iets andersoortigs leren
dan het goede ondericht,
zijn in wezen opgeblazen.
De ootmoedige gezindheid
van Christus Jezus is wat in
Filippenzen 2 te lezen is.
Laten wij zo wandelen, zoals
Hij, zoals de voorbeelden in
die brief!
want de mensen zullen zijn:
…overhaastigen…
2 Timotheüs 3:4
Het in ongeduld willen doen
is kenmerk van nogal wat
mensen in de christenheid.
De Heer zei, dat mensen die
niet geloven vaak met meer
overleg te werk gaan dan de
hoorders van Zijn woorden.
God heeft geduld met ieder,
met u, jou en mij. En dat is
goed, zo werkt Hij in proces
in ons leven uit, verandert
ons naar het beeld van Zijn
geliefde Zoon.
Biddend afwachten is voor
gelovigen vaak moeilijk; we
willen snel gewenst resultaat
zien. God neemt de tijd, laat
Hem…..ja!
want de mensen zullen zijn:
…afkerig van het goede…
2 Timotheüs 3:3
Mensen in het grote huis van
de christenheid, van hen zegt
de tekst dit.
Door de tijdgeest keert men
zich tot wereldse principes,
die dan ‘binnen marcheren’
in de geloofsgroepen.
Goed is datgene wat God zegt
dat goed is. Alleen God is goed,
zei de Heer in Lukas 18:18,19.
Het goede werk in deze tijd is
al wat de verspreiding van de
woorden van God bevordert.
Met de spits op wat Paulus
verkondigt als evangelie.
Goede werken zijn die werken
die God tevoren gereedmaakte.
Wij, als gelovigen, wandelen
daarin en zullen dat doen, als
we ook lijfelijk te midden van
de hemelsen zijn.
want de mensen zullen zijn:
…ongetemd…
2 Timotheüs 3:3
Letterlijk: on-mild, en staat
tegenover ‘kalm’ (1Tim.2:2).
In 1 Timotheüs 2 is daar het
gebed voor alle mensen, en
voor allen die hoger staan.
Bijvoorbeeld regeringen en
allerlei overheidsmensen.
Het uitgangspunt is, dat zij
daar onder of door God ge-
plaatst zijn. In deze laatste
dagen zien we ongetemden,
die geen rust, geen kalmte
kennen. Niet zelden zijn het
diegenen die zich verzetten
tegen wat God instelde.
Onderschikking aan God leidt
tot een kalme, rustige manier
van leven. Hij zorgt!
want de mensen zullen zijn:
…onstandvastig…
2 Timotheüs 3:3
Letterlijk: on-gehouden.
Men volgt influisteringen
van de door-een-werper.
Daardoor is men niet vast
en beweegt heen en weer
door ‘iedere wind van leer’
– teken van onmondigheid
(Efeziërs 4:14).
Geweldig dat God vastheid
en zekerheid geeft.
God is genadig; Zijn Zoon
Christus Jezus werd door
Hem niet gespaard, maar
Hij geeft ons alles, in Hem!