Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

…ik draag jou op…
dat jij het gebod bewaart,  
vlekkeloos en onaanvechtbaar, 
tot aan de verschijning van 
onze Heer Christus Jezus
    1 Timotheüs 6:14

Paulus draagt Timotheüs op
om ‘het gebod’ te bewaren.
Dat is niet de wet, maar het
evangelie van de genade van
God en Zijn Christus.
In 2 Timotheüs 1:14 geeft de
apostel hetzelfde door:

bewaak het ideale, jou 
toevertrouwde, door heilige 
geest die in ons woont

Timotheüs zou wat hem was
doorgegeven bewaren, dus
ook bewaken. En wel op zo’n
manier, dat het goede nieuws
geen schade zou lijden. Door
vlekkeloos, onaanvechtbaar
te getuigen van de waarheid,
dat Jezus Heer is.
Niet als alleen mondeling met
de tong beleden, maar van
harte, dat het in alle aspecten
van het leven blijkt.

Ik draag jou op, voor het
aangezicht van de God Die 
het al levend maakt, en van
Jezus Christus Die voor 
Pontius Pilatus heeft getuigd
van de uitstekende belijdenis
    1 Timotheüs 6:13

God is Redder, is de waarheid
die in heel de Schrift klinkt.
Deze brief begint er dan ook
mee en Paulus herhaalt dat
(1Tim.1:1; 2:4; 4:10). Het is
de uitstekende belijdenis,
die gehoord moet worden.
Net zo wordt Christus Jezus
als de Redder (2Tim.1:10) in
de brieven genoemd.
Laten wij deze uitstekende
belijdenis vasthouden door
deze uit te dragen aan ieder
die maar wil horen.

Ik draag jou op, voor het 
aangezicht van de God Die 
het al levend maakt, en van 
Jezus Christus Die voor 
Pontius Pilatus heeft getuigd
van de uitstekende belijdenis
    1 Timotheüs 6:13

De Heer Jezus Christus getuigde
voor Pilatus. Dat handelde over
de waarheid. Pilatus vroeg zich
af wat waarheid is. Hij, Jezus, is
de Weg, de Waarheid en het 
Leven. In Johannes 18:33-38 is
het te lezen. Jezus Zelf getuigt
van de waarheid van God, en 
bevestigt dat Hij de Koning van
de Joden is. Zijn God en Vader
is de Waarheid en had Hem in
de wereld gezonden om van 
Zijn Vader te getuigen. 
Dat deed Hij als geen ander.
Laten we Hem in ons denken 
en gezindheid voorop stellen. 

Ik draag jou op, voor het 
aangezicht van de God Die 
het al levend maakt, en van 
Jezus Christus Die voor 
Pontius Pilatus heeft getuigd
van de uitstekende belijdenis
    1 Timotheüs 6:13

Paulus leefde als apostel van 
de natiën voor het aangezicht
van God. Het is de God, Die het
al levend maakt. Al wat in Zijn
schepping onsterfelijkheid kan 
ontvangen, zal dat krijgen.
Nu is nog sprake van sterven, 
dood. In de toekomst zal, op
basis van de levendmaking van
Christus (1 Kor.15:22) de hele 
oogst komen. Nu is Hij de Enige
Die onsterfelijkheid heeft.
Dood, verderf; het zal eens 
weg zijn om nooit weer terug 
te komen. Uiteindelijk zal het 
al, heel de nieuwe schepping, 
vol leven zijn, oneindig. Dat is
de heerlijkheid van God. 

Strijd de uitstekende strijd 
van het geloof; grijp het 
eonische leven waartoe jij 
werd geroepen en jij de 
uitstekende belijdenis belijdt 
voor het aangezicht van 
veel getuigen
    1 Timotheüs 6:12

Naast de uitstekende strijd
is daar ook de uitstekende 
belijdenis. Vers 13 spreekt 
daar over. Kortweg is het:
Heer is Jezus Christus. Dat 
is de uitspraak van geloof.
Wij mogen dit ideale nu al
belijden met het hart en 
ook met de mond. Basis is
dat wij geloven, dat Jezus 
stierf en opstond. 
Daaruit vloeit voort, dat wij
Hem erkennen als Heer, als
Kurios, Die het in ons leven
voor het zeggen heeft. 
Laten wij goede voorbeelden
(Paulus, Timotheüs) navolgen,
tot Zijn eer.