Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Ik heb een mens in Christus 
waargenomen, veertien jaren
geleden (hetzij in het lichaam, 
ik heb het niet waargenomen, 
hetzij buiten het lichaam, ik 
heb het niet waargenomen –
God heeft het waargenomen), 
en de zodanige werd weggerukt 
tot de derde hemel.
          2 Korinthiërs 12:2

De bijzondere ervaring heeft
Paulus meegemaakt, 14 jaar 
vóór het schrijven van deze 
brief. Dat was de periode dat
Barnabas en hijzelf door de
heilige geest afgezonderd zijn
geworden in Antiochië in Syrië.
Hij heeft bijna bij aanvang van 
zijn bediening te midden van 
de natiën, dit meegemaakt. 
De derde hemel, waarschijnlijk 
is dat die aangegeven is door 
Johannes in Openbaring 21,22:
de nieuwe hemel en de nieuwe
aarde. Dat heeft Paulus gezien
voordat Johannes zijn visioen
kreeg. De brieven die Paulus 
later vanuit Rome schreef, die
getuigen van dit ‘vergezicht’
dat hij kreeg. En wat is het 
groots en heerlijk, dat wij via
zijn brieven dat na kunnen 
lezen en ons verheugen over
zo veel genade. 

Ik heb een mens in Christus
waargenomen, veertien jaren
geleden (hetzij in het lichaam,
ik heb het niet waargenomen,
hetzij buiten het lichaam, ik
heb het niet waargenomen –
God heeft het waargenomen),
en de zodanige werd weggerukt
tot de derde hemel.
          2 Korinthiërs 12:2

Deze unieke ervaring, dit is de
enige keer dat Paulus er over
spreekt. Er wordt gedacht, dat
dit plaatsvond toen men hem
na steniging bij Lystra meende
dat hij overleden was.
Hij zal enige tijd buiten kennis
geweest zijn; en mogelijk heeft
de Heer hem toen dit visioen
geschonken. In zijn ervaring is
dit snel gegaan; ‘weggerukt’
(harpazō) zegt dat. Paulus nam
iets bijzonders waar (gezien en
gehoord). Dat werd hem als de
apostel van de natiën gegeven.
Petrus zag een gezicht met een
laken om hem te overtuigen in
die fase naar Cornelius te gaan.
Wat Paulus ervoer, ging daar
ver aan voorbij, ging daar ver
bovenuit. Het was genade, het
overkwam hem uit Gods hand.  

Indien men roemen moet,
al is het inderdaad niet
bevorderlijk, zal ik echter
ook komen met visioenen
en onthullingen van de Heer
        2 Korinthiërs 12:1

Paulus citeert in 1 Korinthe 1:31
Jeremia 9:23,24 :

Zo zegt Jahweh: laat een wijze
niet roemen op zijn wijsheid,
laat de held niet roemen in zijn
sterkte, laat een rijke niet in zijn
rijkdom roemen; en laat degene
die roemt, erop roemen dat hij
begrijpt, en Mij kent, dat Ik ben:
Jahweh, Die goedgunstigheid
bewijst, recht en gerechtigheid
doe op de aarde, want in die
dingen vind Ik vreugde, spreekt
Jahweh.

Kortom: wie roemt, laat hij in
de Heer roemen!
Vandaar dat Paulus in zijn 2^e
brief aan de Korinthiërs zo
aarzelde om te vertellen over
zijn ‘ervaringen’ met de Heer.
Laat ons zijn voorbeeld volgen
en alleen in onze Heer roemen!

Indien men roemen moet,
al is het inderdaad niet
bevorderlijk, zal ik echter
ook komen met visioenen
en onthullingen van de Heer
        2 Korinthiërs 12:1

Paulus ontving zijn evangelie
niet van mensen. Hij kreeg ‘t
aangereikt door onthulling
van Jezus Christus. Dat maakt
het uniek, ook ten opzichte
van het besnijdenis-evangelie.
Toen hij in Jeruzalem kwam,
zette hij dat uiteen; niet om
akkoord te krijgen, hij deelde
het mee.
En ja, visioenen van de Heer;
die heeft hij ontvangen, als dé
apostel van alle natiën; zoals
de profeten van Tenach ze ook
ontvingen. Hij kreeg bijzondere
vergezichten tot in de nieuwe
schepping, God alles in allen.

Indien men roemen moet,
al is het inderdaad niet
bevorderlijk, zal ik echter
ook komen met visioenen
en onthullingen van de Heer
        2 Korinthiërs 12:1

De roeping van Saulus was
in genade, hij zag een oog-
verblindend licht. Het was
de Heer Zelf, Die hem riep.
Alleen al die ontmoeting;
het veranderde zijn leven
zeer diep ingrijpend.
Een onvergetelijke dag was
dat voor Saulus. Maar ook
daarna heeft de Heer direct
tot hem gesproken en hem
in Arabië onderwezen in het
evangelie dat nu geldt.
De Heer had hem bijgestaan
en hem verzekerd, dat hij de
loopbaan van geloof kon en
zou volbrengen.