Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Wie echter de bedoelen rijk
te zijn, vallen in aanvechting 
en valstrik en veel onbezonnen 
en schadelijke begeerten, die 
de mensen doen wegzinken 
in totale ineenstorting en 
destructie
         1 Timotheüs 6:9

Paulus wijst Timotheüs erop
deze dingen aan gelovigen
(en zichzelf!) voor te houden.
De Spreukenschrijver zegt:

Mat je niet af om rijk te worden,
gebruik daarvoor jouw inzicht
niet; laat je je ogen erop vallen,
dan is het er niet meer, want
het maakt voor zichzelf vleugels
als de arend die naar de hemelen
vliegt    Spreuken 23:4,5 hSV

Wijze raad, die door Paulus
aangescherpt is. Rijk zijn op
zich is prima, maar zodra je
bedoelt rijk te worden, gaat
het mis. Het patroon dat
Paulus laat zien, is maar al te
vaak bij gelovigen gebeurd.
Het steeds meer komt dan als
voortdurend streven in je hart
en verdringt geloof.
Het rijker willen zijn leidt dan
tot meer materieel bezit willen.
Dat geeft zorgen die het leven
beheersen. Hoe weinig ruimte
is er voor God en Zijn woord?
Wees rijk in en met geestelijke
rijkdom die het evangelie van
Gods genade geeft, Dat blijft en
zal steeds rijker worden, laat
het woord van Christus rijkelijk
in jullie wonen.

Maar genoeg voeding en 
beschutting hebbend, zullen
wij daaraan voldoende hebben
    1 Timotheüs 6:8

‘Zelfs de mus vindt een huis,
en een zwaluw haar nest
waarin zij haar jongen legt’
zegt Psalm 84:4.

De Vader zorgt voor ons; Hij
geeft voldoende voedsel en
beschutting (onderdak).
Mensen maken zich zorgen
over hun ziel, wat zij zullen
eten, en over hun lichaam,
waar zul je je mee kleden?
De Heer zegt daarvan, dat de
raven niet zaaien of maaien
en geen voorraad hebben;
God voedt ze. Wij gaan vogels
ver te boven (Lukas 12:22-24).

Met andere woorden: genoeg
is genoeg. Wees tevreden met
wat Vader geeft. Paulus wist
zich afhankelijk van Vader en
hij heeft zelfs eens 24 uur in
een moeras verbleven. Maar
in de regel vond ook hij plek
waar hij kon zijn.
‘Vader dank U wel, dat U in
alles voorziet, op Uw tijd.’

want níets brengen wij tot in 
de wereld, en het is duidelijk 
dat wij evenmin iets naar 
buiten kunnen brengen
     1 Timotheüs 6:7

Zoals de Prediker al zei, dat 
wij naakt geboren worden en
zonder wat ook sterven.
Daarom is het als gelovige zo
dwaas, te streven naar aards
kapitaal. We zouden ons rijke 
geestelijke ‘bezit’ koesteren.
Tevreden zijn met wat je hebt
en op God gericht leven. 
Dat is werkelijk kapitaal; rijk 
zijn in de goede werken die 
God tevoren gereedmaakt, 
opdat wij daarin wandelen.
Laten we zo leven, afhankelijk 
van Vader, wetend dat Hij het
in ons leven goed doet, wat er
ook gebeurt. 

een groot kapitaal is echter 
godsvrucht met tevredenheid
     1 Timotheüs 6:6

Zij die menen dat godsvrucht
kapitaal is zien verkondiging
als een zakelijk winst-project.
Dan zijn collectes belangrijk
en men wordt (dik) betaald.
Paulus sprak goed nieuws om
niet (gratis). Hij zorgde zelf
voor levensonderhoud om
het evangelie van genade
ook als genade aan te reiken
aan ieder die horen wil.
Ook wat uitgebracht wordt
zou altijd gratis zijn, om niet.
Gods woord kan nooit zaak
van handel of winstbejag zijn.

een groot kapitaal is echter 
godsvrucht met tevredenheid
     1 Timotheüs 6:6

Godsvrucht (of: toewijding
aan God) is het werkzame
geloof in en door de genade
van Christus.
Het gaat niet om toewijding
op zich; alleen als resultaat
van het evangelie van Gods
genade in ons hart is het echt.
Het goede nieuws is immers
de liefde van God, zichtbaar
in het geven van Christus, Die
stierf toen wij nog zondaren
waren; Hij, Die overgegeven is
om onze krenkingen en Hij
werd opgewekt om onze
rechtvaardiging. Ro.5:8; 4:25.
Andere reden dan dat (zoals
respect van mensen of rijk
worden) is onzuiver en brengt
geen bijbelse toewijding of
godsvrucht voort.
Het geloof van de Zoon van
God in ons geeft ware vrede,
vreugde en tevredenheid in
het toegewijd zijn aan Hem.