het eigen huis uitstekend
voorstaand, zijn kinderen in
onderschikking hebbend
met alle eerbaarheid,indien
iemand nu zijn eigen
huis niet weet voor te staan,
hoe zal hij de uitgeroepen
gemeente van God
verzorgen?
1 Timotheüs 3:4,5
Twee keer voorstaan in deze
tekst. De opziener is iemand
die voorstaat. Het concept van
gemeentes is nogal eens, dat
een (betaalde) voorganger de
dienst uitmaakt. Dit tref je bij
Paulus niet aan. Wel dat één
of enkele oudsten opziener
blijken te zijn. Zij staan voor;
hun ‘kwaliteiten’ worden hier
in 1 Timotheüs 3 genoemd.
De opziener(s) zorgen, samen
met andere oudste(n) voor de
uitgeroepenen; verder komt
daar geen organisatie aan te
pas. Gelovigen passen exact in
het grote organisme dat het
lichaam van Christus heet.
De vaak beperkende en vaste
structuur van organisatie is
doorgaans hindernis voor
gelovigen om te functioneren
zoals het Hoofd Christus wil.