Woord vandaag

zoals geschreven staat: “Zie,Ik
plaats in Sion een steen van
aanstoot en een rots als strik, 
en hij die op Hem gelooft zal
niet te schande worden.”
             Romeinen 9:33

Paulus citeert hier Jesaja 8:14
en 28:16. Jezus Christus is die
aanstootgevende Steen en de
Rots van valstrik voor Israël, dat
Zijn genade niet aannam, maar
wilde volharden in werken van
de wet. Geloof blijft hét principe
dat met genade harmonieert.
Het punt is ook, dat God Hem
in Sion (plaats die aangewezen
is als troon) als zodanig plaatste.
Israël zou over Hem struikelen,
dat was Gods voornemen.

Woord vandaag

Waarom? Omdat het niet uit 
geloof is, maar als uit werken 
van de wet. Zij stoten zich aan
de steen van aanstoot
                Romeinen 9:32

De natiën ontvingen geloof van
God. Israël ging door -als volk-
in najagen van de wet. Zo was
Israël onrechtvaardig. Werken
zijn ontoereikend. Jahweh leert:
vlees heeft geen toekomst. Wat  
vlees produceert, vergaat snel.
Jesaja zegt: alle vlees is als gras.
De Steen van aanstoot kwam en
deed wat zij niet konden. Zo is
Hij gedood door degenen die
de wijngaard zouden bouwen
(Mattheüs 21:33-46). Hij sprak
naar aanleiding van ongeloof
(Mattheüs 21:28-32);
Hij had daar verdriet over, en
Paulus (Romeinen 9:1-5) ook.
Voor mensen is Hij nog steeds
aanstoot gevend. Ze willen hun
eigen werken niet inleveren om
in genade te gaan leven.

Woord vandaag

Israël nu, najagend een wet van
rechtvaardigheid, heeft een wet
van gerechtigheid niet ingehaald.
    
Romeinen 9:31

Israël was steeds druk met doen
van Thora; in de praktijk waren
daar allerlei aanvullende geboden
bij gekomen. Het vlees bleek niet
bij machte de rechtvaardigheid
volgens de Thora te bereiken. Dat
was ook de bedoeling. Ze hebben
onvoldoende snel kunnen lopen
om het rechtvaardige niveau van
Thora in te gaan. Ze bereikten
niet het leven: ‘doe dat en je zult
leven’. De natiën hebben dat wel
‘gegrepen’ (9:30). Dat was geloof
waardoor ze wél ontvingen. God
geeft dat, in Zijn genade.

Woord vandaag

Wat zullen wij dan uitspreken? 
Dat de natiën die 
rechtvaardigheid niet najagen, 
rechtvaardigheid gegrepen 
hebben; rechtvaardigheid die 
echter uit geloof is
           
Romeinen 9:30

Israël streeft rechtvaardigheid
uit werken van de wet na. Dat
komt nog verder naar voren in
de volgende verzen. De natiën
deden daar niet aan, simpelweg
omdat de wet (Thora) niet aan
hen gegeven was. Uit Romeinen
3 en 4 blijkt dat de gelovigen uit
natiën door het geloof van Jezus
Christus rechtvaardig verklaard
worden. Hun persoonlijk geloof
is door God gegeven. Dat wordt
met het ‘gegrepen’ gezegd; de
menselijke kant.

Woord vandaag

En zoals Jesaja tevoren
verklaard heeft: “Tenzij de Heer 
Zebaoth ons zaad had 
overgelaten, als Sodom zouden 
wij worden en aan Gomorra 
zouden wij gelijk zijn.”
           Romeinen 9:29

Jahweh van de menigten zorgt
altijd voor een gelovige rest in
Israël. Ook al moet Hij in Zijn
strijd-gestalte (Heer Zebaoth)
optreden tegen de natiën en
het ongeloof. Toch zal Hij in Zijn
liefde zorgen voor overblijfsel.
In de eindtijd zal Jeruzalem in
geestelijk opzicht Sodom en
Egypte
heten (Openbaring 11:8).
Omdat er nochtans geloof is, zal
Jahweh niet door vuur en zwavel
compleet verwoesten zoals toen
bij Sodom, Gomorra, Adama en
Zeboïm. Zelfs middenin de hitte
van Zijn oordeel toont Hij Zijn
barmhartigheid.