Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

en stelt jullie leden ook niet 
op als werktuigen van 
onrechtvaardigheid voor de 
zonde, maar presenteert jullie
zelf voor God als levenden uit 
de doden, en jullie leden als 
werktuigen van 
rechtvaardigheid voor God
  Romeinen 6:13

Opnieuw lees je het logische 
gevolg van je nieuwe situatie.
Rekenen zoals God rekent. En
dan is het: stellen van je leden
(voeten, benen, handen, hoofd,
oren, ogen et cetera) voor God.
Val je terug in het oude, dan 
zijn je leden weer in dienst van
de zonde. En dat is onrecht in
het licht van het evangelie. 
Je leven klopt dan niet meer;
het is onlogisch wat je doet. 
Gods genade geeft vreugde in
je hart en je wil dit ene: jezelf
voor God presenteren. 
‘Vader, gebruikt U mij waar 
nodig, in Uw dienst.’

Laat dan de zonde niet heersen 
in jullie stervende lichaam, 
om aan zijn begeerten te 
gehoorzamen
    Romeinen 6:12

De zonde is niet verdwenen uit
je leven sinds je gelooft. Het is
wel een verschil; je rekent als
gelovige met de feiten van het
goede nieuws. Je bent samen
met Christus gekruisigd, 
gestorven, begraven, opgewekt.
Dat verandert niet. Logisch is, 
dat je rekent, dat de zonde niet
langer heerser is. 
Nu regeert Gods genade. Nog
steeds is sprake van begeerten
van het vlees. Ons lichaam sterft
en is zwak. De kracht van God in
je geeft je het vermogen om te
wandelen in de kracht van de
geest van God. Zo zul je niet de
vleselijk begeerten volbrengen,
vervullen. Je leeft tot Gods eer. 

Zo ook jullie, rekent jullie zelf 
inderdaad dood te zijn voor de
zonde, maar levend voor God 
in Christus Jezus, onze Heer
   Romeinen 6:11

Net als Hij, zo ook wij. Niet echt
letterlijk, maar wel zo rekenen.
Hij stierf voor de zonde, zo ook
wij – tezamen met Hem. Dan is
het zo, dat wij rekenen dood te
zijn voor de zonde. Dan ga je in
Zijn genade ontdekken hoe dat 
werkt. De geest van Christus in 
je, dan wil je wat God wil. Dan is
het zo, dat je niet langer de wil 
van het vlees en je gedachten 
wil doen. Want je bent levend 
voor God. Net als Christus Zelf. 
En wat wil je nog meer dan dat
je bent in Christus jouw Heer?

Want wat Hij voor de 
zonde stierf, stierf Hij 
eens voor altijd;
wat Hij nu leeft, 
leeft Hij voor God.
Romeinen 6:10

Het thema is leven, en dat is
leven voor God. Toch is Zijn 
sterven vol diepe betekenis.
En het is van onschatbare 
waarde. Hij stierf voor de 
zonde. Dat is: de zonde kan
geen vat op Hem krijgen nu
Hij daarvoor stierf. Tegelijk 
beseffen we dat Hij tot zonde
werd gemaakt. En daarmee
droeg Hij dat om verlossing 
ervan voor heel de mensheid
te verwerven. 
En het geweldige is: Hij leeft 
voor God. Wij mogen een 
levende Heer kennen! 

wetend dat Christus, opgewekt 
uit de doden, niet meer sterft; 
de dood heerst niet langer over 
Hem
     Romeinen 6:9

Leven is het thema in deze fijne 
verzen van Romeinen 6. Het is 
een geweldig en heerlijk feit, dat
Hij, onze Heer, leeft. Hij kan niet
meer sterven; de dood kan geen
vat meer op Hem hebben. Hij is
levend gemaakt op de derde dag.
In de geest geldt dat ook ons; zo
kan leven in ons de boventoon 
hebben. Ondanks het feit, dat we
nog een oud, stervend lichaam 
hebben. Hij leeft! Het thema hier
is dan ook: wij leven met Hem. 
Dank U Heer, voor deze dag.