Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Wij nu weten dat God alles doet 
samenwerken tot het goede, 
voor hen die God liefhebben, die 
in overeenstemming met Zijn 
voornemen geroepenen zijn,
              Romeinen 8:28

Twee keer God (Plaats-er) in dit
vers. Dat zegt ons, dat Hij geen
fout maakt. Het is geen toeval 
wat ons overkomt, maar het valt
ons toe uit Zijn hand. Hij bepaalt 
hoe de dingen gaan in je leven, 
Hij plaatst in je leven dat wat Hij 
goed acht. Oók wat in onze ogen 
‘niet goed’ is. God doet alles 
samenwerken tot wat goed is. 
Voor wie? Voor u, jou en mij. We 
zijn immers geroepen naar Gods 
eigen voornemen, plan. Wanneer
je van God houdt, geef je Hém 
alle ruimte in je leven. 

Hij nu, die de harten navorst, 
weet wat de gezindheid van de 
geest is, dat die, 
in overeenstemming met God, 
pleit voor heiligen.
    Romeinen 8:27

De gezindheid (grondhouding,
neiging) is leven en vrede, zo
lazen we al in Romeinen 8:8.
Hier komt een ander aspect van
de gezindheid van deze geest 
naar voren; de geest van het 
zoonschap pleit, komt op, voor 
heiligen. Die geest in je komt 
voor je op bij Vader. Het is in 
overeenstemming met God;
uitgaand van de plaats die God 
de heilige(n) geeft. En wat God 
in het leven van die heilige(n) 
zet, of plaatst. Daar kun je het
soms best moeilijk mee hebben;
daarom komt die geest te hulp.
Fijn, dat Vader dat ook geeft. 

Op dezelfde wijze nu komt ook 
de geest onze zwakheid te hulp, 
want wij weten niet wat wij 
zouden bidden, naar wat 
moet zijn, maar de geest zelf 
pleit voor ons met 
onuitgesproken zuchten.
              Romeinen 8:26

Zuchten van de geest is wat in
ons merkbaar is. God schiet 
ons te hulp, door de geest van
Christus in ons. Zoals de Heer 
Zelf bijgestaan werd door een 
boodschapper in Gethsémané
(Lukas 22:43). Wat een troost,
wat een bemoediging is dit!
De Heer is nabij, Hij kent ons in
onze nood, moeite, verdriet en
angst. De geest van zoonschap 
in ons, pleit voor ons bij Vader. 
Vader is: vaste Rots, Toevlucht
onaantastbare Vesting waar je
altijd terecht kan – met alles.     

Op dezelfde wijze nu komt ook 
de geest onze zwakheid te hulp, 
want wij weten niet wat wij 
zouden bidden, naar wat 
moet zijn, maar de geest zelf 
pleit voor ons met 
onuitgesproken zuchten.
               Romeinen 8:26

Wij zijn zwakke mensen; onze 
lichamen zijn broos, we weten 
niet wat moet zijn. Ons zicht is
zeer beperkt. Nochtans geeft 
God in Zijn woord ons zicht en 
licht. In ons zuchten vanwege 
het (diepe) lijden dat over ons
komt, is de geest van Christus
het, die ons te hulp komt. Die
kent ons zuchten en zucht ook,
weliswaar onuitgesproken, en
toch. God laat geen bidder aan
zijn of haar lot over. De geest 
van zoonschap in ons geeft de
kracht om dagelijks verder te
kunnen, Vader dank U wel. 

Op dezelfde wijze nu komt ook 
de geest onze zwakheid te hulp, 
want wij weten niet wat wij 
zouden bidden, naar wat 
moet zijn, maar de geest zelf 
pleit voor ons met 
onuitgesproken zuchten.
               Romeinen 8:26

De heiligen en gelovigen weten 
van hun zekere verwachting. Nu,
in onze dagen, is die niet vervuld.
We leven naar heerlijkheid toe.
Wat morgen, of over een uur, zal
gebeuren is voor ons absoluut 
niet bekend. Wij zijn zwak, en de
geest van het zoonschap komt in
ons zuchten en lijden te hulp. 
God vertroost, bemoedigt je via
Zijn woord. Ons gebed kan vaak
niet concreet zijn; wij weten niet
wat moet zijn. We vinden in God
onze Vader onze Toevlucht.