Woord vandaag

‘Genieten van Gods liefde.’

Je krijgt daar nooit genoeg van.
In het evangelie dat Paulus ons
brengt, gaat het om de diepten
van God:

maar God onthult het ons door
Zijn geest, wat de geest door-

zoekt alle dingen, ook de diep-
ten van God

                   1 Corinthiërs 2:10

Dat kon pas na Zijn kruisiging en
opstanding en verheerlijking be-
kendgemaakt worden.

‘De diepste motivatie van God.’

Het hart van God is liefde. Daar-
uit is Hij rechtvaardig, heilig, en
is Hij soms verontwaardigd. Alles
in Zijn plan werkt mee, en zal uit-
monden in wat goed is: God alles
in allen. De grote lijnen via Israël
en de volkeren, maar ook in ons
persoonlijk leven doet God alles
meewerken tot wat goed is.

“Ik begrijp het niet altijd.’

In Zijn liefde zijn wij altijd gebor-
gen, niets kan ons daarvan schei-
den. We mogen dat weten, dat
beseffen. Voor elkaar bidden en
danken, in het besef dat Hij voor
ons bidt en pleit bij Vader. Het e-
vangelie van Paulus is zo veel
meer dan het evangelie van de
Besnijdenis. Dat verschil kunnen
wij zien, ook in genade.

Woord vandaag

‘Geen voorwaarden.’

Bij en in de genade van God kan
dat niet zo zijn. We lezen beken-
de gedeeltes die je vaak hoort.

want zo lief had God de wereld
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven heeft opdat ieder die
in Hem gelooft niet verloren
gaat maar eonisch leven heeft
                         Johannes 3:16

Dit is in het bijzonder in de ko-
mende eon van het koninkrijk 
op aarde van toepassing.

‘Het is Gods liefde.’

Ja, het toont het karakter van die
enorme liefde van God. Hij geeft
Zijn Zoon. Het karakter van de
God Die Nicodemus kende was
beperkt binnen Israëls grenzen.
Men zag Hem als Wetgever, ei-
send, en gaf alleen iets als loon.
Zijn liefde breekt er nu doorheen
en dit toont Hem als gulle Gever
en deelt eonisch leven toe aan
allen die geloven.

‘Dat is veel breder.’

Dit evangelie geldt in het bijzon-
der in de komende eon als Israël
zegen voor de volkeren brengt. Is
mooi, maar is wat niveau betreft
ver beneden wat nu aan evange-
lie geldt. Rechtvaardiging en ver-
zoening en overstromende gena-
de is (veel) meer dan eonisch le-
ven, dat aan gelovigen toekomt
in de komende eon.  

Woord vandaag

‘Kind van God worden.’

Ja, het kind van God worden, ge-
beurde niet direct. Terwijl Hij op
aarde, te midden van Zijn volk, in  
waarheid wandelde, namen en-
kelen Hem aan als Messias. Veel
volksgenoten echter niet. Zie:

..die niet uit bloed, niet uit de wil
van vlees en ook niet uit de wil
van een man, maar uit God ge-
boren zijn        Johannes 1:13

‘Zij worden wedergeboren.’

Een oude lezing die je bij kerkva-
ders aantreft, lijkt echter beter:

weDie niet uit bloed, niet uit de
wil van vlees, en ook niet uit de
wil van een man, maar uit God
geboren is

En dan gaat het niet om Israëlie-
ten die Hem aannamen, maar
om Hem Zelf! En past prachtig 
bij wat vers 14 zegt.

‘Ja, dat past er goed bij.’

het woord werd vlees en heeft
onder ons gewoond, en wij 
zagen Zijn heerlijkheid, een

heerlijkheid als van een enig-
geborene van de Vader, vol 
van genade en waarheid
                      Johannes 1:14

Leden van Zijn volk namen Hem
als Messias aan. Hij schenkt hen
volmacht kinderen van God te
worden. En dat maakt men tot
voorwaarde tot redding. Via dat
aannemen word je lid van het li-
lichaam van Christus, zegt men.
Toch is geen voorwaarde moge-
lijk, verzoening is een feit, het 
enige is: God danken voor gena-
de die Hij in Christus geeft. 

Woord vandaag

‘Moet je Jezus eerst aannemen?’

We denken wat verder na over
Johannes 1, waar Johannes iets
zegt over wat in Tenach (OT) be-
kend gemaakt was. Die startte
met het woord dat Jahweh sprak
en dat zorgde voor schepping en
licht en leven. Het woord was tot
de mens, vooral Israël, gekomen.

‘Later kwam Hij.’

De wet en de profeten gingen
tot op Johannes. Die was groter
dan de grootste profeet van Te-
nach. Hij zag Jezus en hoe Hij op-
trad te midden van Zijn volk. En
eerst stelt Johannes vast dat Hij
in de wereld kwam en die kende
Hem niet (1:10). Hij kwam tot de
Zijnen, en die aanvaardden Hem
niet (1:11). En dan de vaak geci-
teerde tekst.

‘Dat je Hem moet aannemen.’

We zitten in het tekstverband in
verband met acceptatie door het
volk Israël. Ze namen Hem niet
aan. Slechts enkelen zagen, bele-
den dat Hij de Messias is. Maar
zij ontvingen Zijn geest niet. Die
zou pas later komen. Vandaar:

Wie Hem echter aannamen, hun
heeft Hij volmacht gegeven om
kinderen van God te worden, aan
hen die in Zijn Naam geloven
                        Johannes 1:12

Dit werd van Israël gezegd.