Woord vandaag

Niet, dat wij geen volmacht 
hebben, maar opdat wij onszelf 
aan jullie geven tot voorbeeld,
om ons na te volgen
 2 Thessalonicenzen 3:9

Paulus had, omdat hij apostel en
evangelist was, het recht om van
het evangelie te leven. Maar van
dat recht maakte hij geen gebruik.
Het was een prachtige illustratie 
van de genade van God die hij vele
jaren kon verkondigen. Hij kon het 
om niet, gratis dus, brengen. Men
hoefde niet in levensonderhoud te
voorzien. Zo werkte hij nacht en 
dag 
om dat bevrijdende evangelie
door te geven. Wet bevrijdt een 
mens niet, genade van God wel. 
Dat werd op allerlei manieren in 
het leven van de apostel en mede
arbeiders getoond. Dat voorbeeld
mogen wij navolgen!

Woord vandaag

Noch aten wij gratis brood van 
wie dan ook, maar in moeite en 
inspanning zijn wij nacht en dag 
aan het werk om niet belastend 
te zijn voor iemand van jullie.
    2 Thessalonicenzen 3:8

Hier zien we de fijne ootmoedige 
houding van Paulus. Zo’n uiterst
rijke boodschap van genade wilde 
hij om niet brengen. Niemand tot
last zijn, alleen van de Heer willen
zijn. Die voorzag in alle behoeften
zoals hij dat in Filippenzen 4:19
aangeeft:

Mijn God nu zal iedere behoefte 
van jullie vervullen in overeen-
stemming met Zijn rijkdom, in 
heerlijkheid, in Christus Jezus
.

Dat is alles. We kunnen Hem 
danken, Die ons zó liefheeft.

Woord vandaag

Want jullie weten zelf hoe jullie 
ons moeten navolgen omdat wij 
niet ongeregeld waren te midden 
van jullie.

  2 Thessalonicenzen 3:7

Paulus en zijn medewerkers zijn
voorbeeld om na te volgen. De
apostel maakte tenten om in zijn
levensonderhoud te voorzien. Zo
meldt Handelingen 18:2,3. Soms
wordt dat verdraaid en beweerd 
dat Paulus gebedskleden gemaakt
zou hebben, die de Joodse man-
nen om hebben als ze in de Sjoel 
of thuis gebeden doen.
Bewijs voor deze wonderlijke re-
denering ontbreekt. De gedachte 
lijkt dan meer ingegeven door de 
eigen vooronderstelling dan door 
de nuchtere feiten van de Schrift
zelf. Net als Prisca en Aquila was
Paulus tent(doek)enmaker, een 
stevig handwerk in die dagen. 

Woord vandaag

Wij echter dragen jullie op, 
broeders, in de naam van 
onze Heer Jezus Christus, om 
jullie afzijdig op te stellen 
jegens iedere broeder die 
ongeregeld wandelt en niet 
in overeenstemming met 
de overlevering die zij van 
ons aangenomen hebben.
   2 Thessalonicenzen 3:6

De Thessalonicenzen dachten
dat de dag van Jahweh al aan-
gebroken was en dat de terug-
keer van Jezus Christus dichtbij
was. Daar waren broeders die
om die reden niet meer zelf in 
hun eigen inkomen voorzagen.
In 1 Thessalonicenzen 4:11,12
had Paulus gezegd, rustig te 
blijven, met eigen handen te
werken om in het levensonder-
houd te voorzien zoals Paulus 
dat ook deed. Zij sloegen die 
dringende raadgeving van de
apostel in de wind. Daarom in
de tweede brief opnieuw. De 
gelovigen wordt gezegd wat af-
stand te houden van. Laten we 
uitzien naar Zijn aanwezigheid 
in de lucht!

Woord vandaag

Moge de Heer ecnu jullie harten 
wenden nbtot de liefde van God 
en nb de volharding van Christus.
   2 Thessalonicenzen 3:5

Het gaat altijd om het hart. Dát 
is het centrum van ons bestaan,
ons wezen. Daaruit zijn de oor-
sprongen van het leven, zegt de
Spreukenschrijver. Paulus wijst 
ons op de liefde van God en de
volharding van Christus. Die zijn
samen één. God en Christus zijn
één (Johannes 10:30). Christus 
spreekt wat Hij van de Vader 
hoort en doet wat de Vader in
liefde aan Hem opdraagt. Door 
de kracht van de liefde van God
kon Christus volharden, onder
de gegeven situatie doorgaan.