Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘De waarheid blijft.’

Die gaat met de liefde hand in hand.
Feiten blijven zo, en die liegen niet.
Feit is, dat Christus is opgewekt uit
de doden op de derde dag. Keihard
bewijs is dat Hij gezien werd door de
vrouwen als eerste, vervolgens door
de discipelen. Later zelfs door meer
dan 500 broeders tegelijk. Paulus’
bewijsvoering is ijzersterk.

‘Geen speld tussen te krijgen.’

Feit is, dat God (Elohim) het al heeft
geschapen. Ook daar getuigt heel de
Schrift van. Maar ook de schepping
zelf. Overal is het bewijs daar dat de
evolutionist het nakijken heeft. Niet
beseffend in de leugen te leven, tast
deze rond in duisternis. Paulus nam
duidelijk stelling op de Areopagus.

‘Ook dat was heel sterk, ja.’

De God van Israël heeft uit één iedere
natie van de mensen gemaakt.
En iets daarvoor zei hij onomwonden:

De God Die de wereld gemaakt heeft
en alles wat erin is, Deze, Die Heer is
van hemel en aarde….
                              Handelingen 17:24

De apostel wijst de inwoners van de-
ze stad van filosofie op de ene ware
God, de Ontwerper en Schepper van
de wereld. Ze hoorden de waarheid.

‘De waarheid maakt je vrij.’

Ja! Dat is wat de Heer zei:

ingeval jullie zouden blijven in Mijn 
woord zijn jullie waarachtig leerling-
en van Mij, en jullie zullen de waar-
heid kennen en de waarheid zal jul-
lie vrij maken     Johannes 8:31^b,32

Dat geldt altijd, niet alleen voor de
Joodse leiders van Zijn dagen. Als
je blijft in het woord dat Hij spreekt
-in onze tijd via Paulus- dan zal de 
waarheid ervan je vrij maken.

‘Niets minder dan dat.’

De mens zou dat woord van God
en van de Heer volgen. Dan kom je
in deze tijd in Zijn genade te staan.
Dat maakt werkelijk vrij van welke
verplichting dan ook. Je leeft vrij in
de genade van God. Dan ga je als
vanzelf van binnenuit het verlang-
en krijgen om tot Zijn eer te leven.

‘Dan kom je in de waarheid.’

Dat is zoiets geweldigs; je hangt in
de praktijk geen ideologie meer 
aan, maar Christus. Je blijft niet in
de angst, maar komt te leven in de
liefde van Christus. Je gelooft geen
leugens meer, maar je bent erg blij
met de waarheid, met Christus. De
mensenzonen beheersen niet lang-
er je leven, maar de Zoon van God.

‘De waarheid ontdekken.’

Dat wat waarheid is, is hetgeen 
wat met de feiten overeenstemt. 
Daarom is het voor de waarheid 
steeds een strijd om bekend te 
worden. In het dagelijks leven is
veel strijd nodig om de waarheid
te vinden en bekend te krijgen. In
veel gevallen wint de leugen het –
nog steeds. Voor de woorden van
God geldt dat nog sterker.

‘Tactiek van de tegenstander.’

Dat begon bij de eerste mensen al.
In de vraagstelling over wat God 
gezegd heeft, wilde de slang waar-
heid neerdrukken. Overal waar dat
vandaag gebeurt, heeft de tegen-
stander van God er de hand in. En
hij misleidt alles en iedereen. Dat
zou hij althans willen. Nochtans is
een aantal mensen steeds doende
om de waarheid op tafel te leggen.

‘Opkomen voor Gods woord.’

Heel vaak zijn gelovigen daar mee
bezig. Vanuit een diepe overtuiging
van de waarheid van God, willen ze
ook in de samenleving wat waar is
(de feiten) bekendmaken. Dat kost 
veel moeite. Bijna net zo veel als de
serieuze gelovige dat heeft om het
woord van God zelf, zuiver, naar de
grondtekst, en de betekenis ervan,
in het volle licht te krijgen.

‘De Schriften alleen.’

Gaat het om waarheid, dan is dat 
dé bron. De waarheid van God en 
aangaande God vind je daar. Wat 
wij ervan denken? Eerst gaat het 
om geloof in woorden van God. En
dat is: God betrouwbaar achten, 
en dus is Hij wáár en spreekt waar-
heid. Eén van de grote waarheden,
God is Redder van alle mensen, is
niet populair onder christenen.

‘Het ‘ja maar’ komt dan al snel.’

Men zal pareren met: ‘ja, maar je
moet wél geloven’. Het punt is dat
inzonderheid de gelovigen in 1 Ti-
motheüs 4:10 niet aan afzwakking 
is van alle mensen, maar juist die 
mededeling versterkt. Dat woord: 
inzonderheid – allermeest maakt 
het nadrukkelijker. Het komt ook
in Filippenzen 4:22 voor.

‘Ja dat is een mooi voorbeeld.’

Paulus sluit de brief bijna af met:
al de heiligen groeten jullie, maar
inzonderheid (vooral) die uit het 
huis van de keizer zijn.   
                            Filippenzen 4:22

Een groep wordt door Paulus door
het woordje inzonderheid naar vo-
ren gehaald. Dat betekent niet, dat
de anderen niet groeten. Het is zo
bijzonder, dat het huis van de kei-
zer ook gelovigen bevatte. Daarom
trekt Paulus ze op de voorgrond. 
Zo is het ook met de gelovigen nu.
De gelovigen nu al gered; dat illu-
streert alleen maar het feit dat al-
le mensen gered worden!

‘We vertrouwen op Vader.’

Wat ook zal gebeuren, het kan ons
niet scheiden van Zijn liefde in Chris-
tus Jezus. Dat is in Romeinen 8 het
lied dat door Paulus wordt gezong-
en. In ons leven klinkt dat door en 
geeft ons goede moed. Je hoeft niet
bang te zijn voor de toekomst, ook
dat is in Zijn hand. Paulus zingt het
daar: ….noch heden noch toekomst.

‘Dat is een fijn weten.’

Gods liefde warmt je hart, je in-
wendige mens wordt door evan-
gelie steeds vernieuwd. En gaat 
het diep of hoog? En dat kan niet 
tussen Gods liefde en jou komen: 
…noch hoogte noch diepte.. Pau-
lus blijft de belangeloze liefde be-
zingen. Dat is wat we nodig heb-
ben, en dat zal heel die schepping 
gaan beleven!

‘Zijn liefde zocht en vond mij.’

Dat is het. Het initiatief lag bij Hem, 
en niet bij ons. Hij zocht ons op. Uit-
eraard vond Hij ons ook. En het is
Schriftuurlijk, dat het verlorene ge-
vonden wordt. De Eigenaar is wat 
verloren en zoekt dat op. Al de gro-
ten en kleinen; God weet ze te vin-
den en ze zullen ook bij de grote wit-
te troon staan. Noodzakelijk in Gods
plan als middel om Zijn liefde te le-
ren kennen.