‘Rijk en gezegend.’
Niet materieel, maar wel gees-
telijk geldt dit ieder lid van het
lichaam van Christus. Arm, rijk;
het doet er niet toe – voor God.
Wezenlijk is, dat we weten wat
onze geestelijke rijkdom is. Die
ligt vast in Christus. In onze da-
gen wordt onze bewegingsvrij-
heid beperkt.
‘Dat kun je wel zeggen.’
We zijn echter in Christus vrij.
Niet langer gebonden met wat
dan ook. Hij houdt je vast en
geeft ware rust, heeft je lief.
Mensen jagen, in hun religieu-
ze gebondenheid of mening,
hun doelen na. Of die van de
groep waar ze bij horen. Dat is
bij onze Heer onbelangrijk.
‘Het gaat om Hem.’
We zijn van Christus Jezus, Hij
bepaalt wat in ons leven is. We
horen bij Hem en Hij leidt ons
leven. Waar we ook zijn doet
er niet toe. Hij leeft Zijn leven
in en door ons uit. Verwaching
die we koesteren is eindeloze
heerlijkheid, met elkaar en bo-
venal: met onze Heer.