Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

11 maart 2020

‘Lijden en beproevingen.’

Ook daarin is God het, Die troost, be-
moedigt. Job werd bemoedigd nadat
hij van God het nodige had gehoord. 
En zijn vrienden konden hem niet hel-
pen, ondanks hun goede bedoelingen. 
Maar zij gaven hun eigen gedachten 
en filosofie door. Wat God tegen Job 
zei, dat gaf troost en rust bij de zo ge-
plaagde, uniek lijdende Job. God laat
hem zien: Hij heeft alles in Zijn hand.

‘Het is vast en volgens plan.’

We leven in en uit Zijn hand. In onze
nood roepen we Hem aan. 

Jahweh, luister naar mijn gebed
laat mijn hulproep tot U komen
Verberg Uw aangezicht niet voor mij;
neig Uw oor tot mij op de dag van
mijn benauwdheid      Psalm 102:2,3

Zo kun je je als gelovige weleens voe-
len. Wat is het dan een genade, dat 
we mogen beseffen dat God hóórt.

‘Ja, ik weet het, soms voelt t anders.’

Dat is de menselijke emotie, en zo 
begrijpelijk. God houdt daar rekening 
mee, Hij is veel fijngevoeliger dan wij.
De Psalmist ervoer het zo:

Hij heeft mijn kracht op de weg neer-
gedrukt; mijn dagen heeft Hij verkort.
Mijn God, zei ik, neem mij niet weg op
de helft van mijn dagen; Uw jaren du-
ren voort van generatie op generatie.
                                Psalm 102:24,25

Natuurlijk kent God, de Vader, je hart 
en je gedachten. Hij heeft je lief.

10 maart 2020

‘We leven door Hem.’

Alle facetten van ons leven liggen in
Zijn hand. Zelfs ons ademhalen is van
God afhankelijk. En al wat wij geeste-
lijk kunnen waarnemen en bedenken,
wijsheid en inzicht; het is uit God om
niet ontvangen. Ook onze aardse leef-
situatie is uit God. Of we verdrukking
en lijden ondervinden; het gaat zeker
niet buiten Hem om. Gelovigen weten
meestal niet, dat God hun leven leidt.

‘We zijn van Hem afhankelijk.’

Het punt is, dat Paulus ons wijst op de
God, Die ons niet alleen allerlei beproe-
vingen zendt, maar daarin draagkracht
geeft. Hij is het Die, in Zijn onmetelijke
wijsheid en genade, het nooit te hoog
zal laten komen. Het is een vreugdevol
weten, dat relatief weinig gelovigen heb-
ben. Dat God beproeving én uitkomst
(uitstijging) aan de gelovige geeft, is on-
bekend bij velen.

‘Hij geeft wat nodig is.’

In alle omstandigheden zorgt God voor
wat nodig is. Geestelijk gezien de hulp
en bijstand die wij ontvangen. Job wist
daar meer van aan het einde van zijn 
bewogen leven. God liet hem zien, dat
Hij het is, Die alles geschapen heeft en
de loop van de gebeurtenissen in Zijn 
hand heeft. Job erkende, dat hij door
het lijden en de plaats die God daarin
heeft, God beter had leren kennen. 

9 maart 2020

‘Gisteren Romeinen 12.’

Zo’n mooi gedeelte uit die machtige 
Romeinenbrief. Praktijk: liefde van
God. Dat is weer zo anders dan men-
selijk humaan aardig doen. God Die 
Zijn geliefde Zoon geeft voor alle vij-
anden en zondaren. Dat is niet zoals
wij dat kunnen bedenken. Niets kun
je van de mens verwachten, alles zal
van God komen. Ook in ons leven, je
stelt je lichaam voor God.

‘Daar begint Romeinen 12 mee.’

Je lichaam en je levenswandel wordt
dat offer aan God. Dat doe je als dat
goede nieuws in je hart doordringt.
We zien uit naar wat God gaat doen
in Zijn plan en Zijn liefde motiveert je
om voor Hem te willen leven. Zo kun
je de ander liefhebben, zelfs al stelt
die zich vijandig tegen je op. Je leeft
dan vanuit een andere instelling, zie
je de ander anders. Door Gods liefde.

‘Je denken verandert ook.’

Het effect van Zijn woord in je, is dat
je anders gaat denken. De vernieuw-
ing van ons denken is wat steeds ver-
der gaat. Je kijkt na verloop van jaren
op een totaal andere manier naar al-
les. En: God geeft een geweldig groot
uitzicht op wat Hij gaat doen. God is
het, Die Zelf uitziet naar wat gaat ko-
men, de bevrijding van heel de schep-
ping. Amen, Vader, dank U wel. 

8 maart 2020

‘Fijn, dat we zo’n zekerheid hebben.’

De genade van God biedt zekerheid, 
al het andere is drijfzand. Want in re-
ligie en veel christelijke leringen moet
er wel wat van de mens komen. Heel
klein beetje, maar toch. En dat maakt 
de redding in genade onzeker. Uitein-
delijk hangt het alles van de genade 
van God af en niet de menselijke ver-
antwoordelijkheid of iets dergelijks.
Gelukkig niet; het is echt goed nieuws.

‘We weten ons gered in genade.’

Bij de koninkrijksekklesia gaat het nog
om berouw/bekering. Maar als we kij-
ken naar het lichaam van Christus, dan
is het overstromende genade, zoals de
apostel Paulus ervaren had. Hij meldt
vanuit diepe vreugde en overtuiging:

overweldigend is de genade van onze
Heer, met geloof en liefde, die in Chris-
tus Jezus is
                                 1 Timotheüs 1:14

‘Ja heerlijk, ik ben er zó blij mee.’

Dat is het, ook het verzegeld zijn is 
in Christus. Hij is de Gezalfde, en ont-
ving de geest niet met mate. De ge-
nade is, dat wij door God verzegeld
zijn, los van onze werken of wat ook.
Door de geest leven we, en we zijn in
Hem gezamenlijk opgewekt. Zo leven
we in die vreugde in ons dagelijks be-
staan. Het gaat zoveel verder dan je
kon vermoeden, los van religie. Lees
en/of luister de Galatenbrief erop na.

7 maart 2020

‘Verzegeld met de geest.’

Voor de koninkrijksekklesia geldt dat 
niet, de geest kwam alleen op hen. In
de dagen van Handelingen waren na
de roeping van Saulus twee ekklesia’s
actief. De lijn van Petrus, zijn ekklesia
ging richting het aardse koninkrijk De
lijn van Paulus betreft de ekklesia die
het lichaam van Christus is. Van de lijn
van het aardse koninkrijk werd duide-
lijk dat die wegviel naarmate Israël in
ongeloof volhardde. 

‘Zij vielen terug.’

Nou ja, dat wil zeggen: sommigen vie-
len terug en keerden zich af. Hebreeën
6:4-6 spreekt van een onmogelijkheid.
Degenen die eens verlicht waren, van 
de hemelse gave geproefd hadden, en
deel aan de heilige geest hadden, kon-
den toch nog ernaast vallen (Hebreeën 
6:6). Dat kon, omdat de heilige geest op 
hen was gekomen. Maar nergens is te
vinden, dat ook zij verzegeld waren met
heilige geest.

‘Verzegeld zijn is kostbaar.’

Voor het lichaam van Christus geldt,
dat zij verzegeld zijn met de geest van
de belofte, de heilige. 2 Corinthiërs 1:
22 zegt dat God ons verzegeld heeft,
en Zijn geest tot onderpand in je hart
geeft. In Efeziërs 1:13 staat, dat al de
gelovigen van nu verzegeld zijn met
de geest van de belofte, de heilige. 
Ten slotte lees je in Efeziërs 4:30, dat 
wij de heilige geest van God niet zou-
den bedroeven. Daarmee zijn we im-
mers verzegeld tot in de dag van vrij-
koping (bazuin van God).