gedurende het laatste van 
deze dagen spreekt Hij tot 
ons in de Zoon, Die Hij 
aangesteld heeft tot 
lotdeelbezitter van alles, 
door Wie Hij ook de eonen 
maakt 
         Hebreeën 1:2
God spreekt in Zijn Zoon. 
God heeft Hem aangesteld 
tot Lotdeelbezitter van alles. 
Dat gaat terug tot vóór de 
eonen, toen de Vader het al 
in de Zoon ‘plaatste’.
Later, in de tijd, zou Israël 
onder Jozua onderricht en 
genade ontvangen. 
Zij mochten door loting het
land Kanaän verdelen over
hun stammen. Zij leerden in
die gelukkige dagen, dat het 
lot in de boezem (een zakje
dat onder de kleding werd 
gedragen) geworpen wordt, 
en elk oordeel of het besluit 
is van Jahweh, Spr.16:33.
Het stuk land viel toe aan 
hen door loting; zo is het al 
ooit door de Vader aan de
Zoon ‘toegeloot’.  
