Want tot wie van de 
boodschappers heeft 
hij eens gezegd
‘Mijn Zoon ben jij, Ík heb 
jou heden voortgebracht’?
en weer
‘Ik zal voor Hem tot Vader 
zijn, en Hij zal voor Mij tot
Zoon zijn’?
        Hebreeën 1:5
De citaten, Psalm 2:7 ‘Mijn
zoon ben jij, Ik heb jou heden
voortgebracht’ en:
‘Ik zal voor hem tot Vader zijn 
en Hij zal voor Mij tot Zoon 
zijn’ (2Sam.7:14; 1Kron.17:13)
verwijzen in wezen naar de 
Messias Jezus Christus.
Het tweede wijst eerst naar
Salomo. Die was in zichzelf 
een groot type van Christus. 
Zoals altijd verwijzen zulke 
bijzondere woorden naar 
Hem Die kwam; dé Zoon in 
Wie de Vader welbehagen 
heeft.
Al de leden van het lichaam 
van Christus horen bij Hem;
wij genieten daarom ook van
het welbehagen van Vader.
Dank U wel, ons leven is te 
allen tijde in Uw hand. 
